Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Ventilatormodule En Aandrijvingen; Inbedrijfstellen Van Riemaangedreven Ventilatormodule; Onderhoud Van Riemaangedreven Ventilatormodule - FläktGroup CAIRplus Series Bedieningshandleiding

Inhoudsopgave

Advertenties

Inbedrijfstelling en onderhoud
8.4

Ventilatormodule en aandrijvingen

8.4.1 Inbedrijfstellen van riemaangedreven ventilatormodule

8.4.2 Onderhoud van riemaangedreven ventilatormodule

66
Gevaarlijke spanning, risico door roterende onderdelen en scherpe randen!
Kom alle maatregelen ten aanzien van persoonlijke bescherming na!
Voor alle hier beschreven werkzaamheden geldt dat de veiligheidsinstructies
op pagina 5 en vanaf pagina 58 moeten worden nagekomen!
Schade aan de unit!
Schakel de ventilator niet in als er klepbladen gesloten zijn.
Voor de inbedrijfstelling moeten de volgende maatregelen worden getroffen:
Controleer de algehele conditie van de gehele behuizing en alle onderdelen op
beschadiging en stevige bevestiging.
Verwijder de transportbeveiligingen.
Controleer of de riem goed gespannen en uitgelijnd is.
Controleer de rotatierichting van de ventilator op alle toerentallen.
Meet het stroomverbruik van de motor. De nominale stroom van de motor vermeld
op het typeplaatje van de motor mag in geen enkele stand worden overschreden.
Controleer of de motorbescherming goed werkt.
Controleer bij motoren met aparte luchttoevoer of het luchtinlaatrooster en de
kanalen voor luchtverdeling schoon zijn. Alle onderdelen van de luchtverdeling
moeten vrij van obstakels zijn.
Controleer of alle belangrijke systeemonderdelen (luchtregulerende en
afsluitkleppen, brandbeschermende kleppen, debietregelaar) gereed zijn voor
bedrijf; open ze om zeker te zijn van vrije beweging.
Schade aan de unit!
Als de ventilator stilstaat en de regelventiel van de verwarmingsmodule (water,
stoom of koelmiddel) open is, zijn de temperaturen in de unit ongeveer gelijk aan
de toevoertemperatuur van het verwarmingsmedium (gewoonlijk ongeveer 90
°C). Dit kan leiden tot vervorming van kunststof onderdelen (met name kunststof
druppelafscheiders, oppervlakken van pakketbevochtigers enz.).
Daarnaast kunnen ventilatoren en motoren met afgedichte lagers (waarbij
smering niet nodig is) beschadigd raken bij temperaturen boven 80 °C. Veel
ingebouwde elektrische onderdelen (frequentieomvormers enz.) mogen
uitsluitend worden bediend bij temperaturen tot maximaal 40 °C – zie de relevante
instructies van de producent!
Voor onderhoud en aanverwante controles moeten de volgende maatregelen
worden getroffen:
Controleer of de ventilatoren stevig zijn gemonteerd.
Controleer de ventilatoren op stof/vuil, beschadiging en corrosie.
Controleer de trillingsdempers op goede werking.
Controleer het beschermingsrooster op goede werking en reinig dit
indien noodzakelijk.
Controleer of de waaier in onbalans is.
LET OP
LET OP
FläktGroup DC-2009-0096-NL R11-10-2020 • Onder voorbehoud van wijzigingen
®
CAIRplus

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave