Inhoudsopgave
Advertenties
Technische beschrijving
3.3.1 Omgevingsomstandigheden
Buitenlucht
Uitgaande lucht
Luchtvochtigheid
Max. bedrijfsdruk en
-temperatuur
Minimale
bedrijfstemperatuur
Opmerking over extreme
omstandigheden:
3.3.2 Toegestane opslagomstandigheden/toegestane luchtomstandigheden voor niet-geïnstalleerde units
Luchttemperatuur
Luchtvochtigheid
3.3.3 Voedingsspanning
3.3.4 Condensatielimieten
16
Opmerking over extreme omstandigheden:
Naast de luchttemperatuur/luchtvochtigheid van het transfermedium is de
temperatuur/vochtigheid van de omgevingslucht ook van kritiek belang.
Leef de condensatielimieten na.
van -25 °C tot +60 °C
van 0 °C tot +80 °C
afhankelijk van temperatuur, max. 18 g/kg droge lucht
Verwarmings-/koelbatterij 16 bar / 90 °C
Verwarmings-/koelbatterij 6 °C
Naast de luchttemperatuur/luchtvochtigheid van het transfermedium is de
temperatuur/vochtigheid van de omgevingslucht ook van kritiek belang.
Bij het selecteren van de materiaalkwaliteit moeten milieugerelateerde factoren, zoals
afstand tot de zee en zout water, in de overweging worden meegenomen.
In geval van geïntegreerde koelunits zijn andere omgevingsomstandigheden
van toepassing.
–10 °C tot +50 °C
Sla units op in een droge, niet-condenserende atmosfeer
De vereiste voedingsspanning is gespecificeerd in de orderspecifieke
documentatie, bijv. AC 230 V/50 Hz (1-fase) of AC 400 V/50 Hz (3-fase).
Let goed op de condensatielimieten!
De volgende grafieken illustreren de condensatielimieten als functie van de
temperatuur en relatieve vochtigheid op de installatielocatie – voor de series
CAIRplus SX S en CAIRplus SX T.
De grafieken zijn gebaseerd op normale luchtwaarden en zijn berekend met behulp
van een modelkast. De gegeven waarden zijn bij benadering en bieden geen garantie
voor het voorkomen van condensatie. Afhankelijk van de verschillende
behuizingsonderdelen zijn afwijkingen mogelijk.
FläktGroup DC-2009-0096-NL R11-10-2020 • Onder voorbehoud van wijzigingen
®
CAIRplus
Advertenties
Inhoudsopgave
