1.2. Snel van start procedure
Stap
1
Bepaal aan de hand van de modelcode op het etiket het
behuizingstype, het modeltype en de classificatie van uw
frequentieregelaar. Controleer met name of
- de voedingsspanning correct is
- de motorstroom toereikend is voor de toegepaste motor
bij volle belasting.
2
Haal de frequentieregelaar uit de verpakking en
controleer het apparaat. Meld eventuele schade
onmiddellijk aan de leverancier en verzender.
3
Zorg ervoor dat de plaats waar de frequentieregelaar
wordt gemonteerd, voldoet aan de omgevingseisen.
4
Monteer de frequentieregelaar (met beschermingsgraad
van IP20) in een geschikte schakelkast en zorg voor een
geschikte ventilatie.
5
Selecteer de voedings- en motorkabels zodanig dat
wordt voldaan aan de lokale richtlijnen en voorschriften,
met inachtneming van de maximaal toegestane waarden.
6
Wanneer de frequentieregelaar op een IT-spanningsnet
wordt aangesloten of in een hoek is geaard, moet het
interne EMC-filter worden losgekoppeld voordat de
voeding wordt aangesloten.
7
Controleer de voedingskabel en motorkabel op fouten of
kortsluiting.
8
Sluit de kabels op de juiste manier aan.
9
Controleer of de beoogde motor geschikt is voor
gebruik met de frequentieregelaar, met inachtneming
van de door de leverancier of fabrikant aanbevolen
voorzorgsmaatregelen.
10
Controleer de motorklemmenbox op de juiste ster- of
driehoekconfiguratie, indien van toepassing.
1 1
Zorg ervoor dat de bekabeling is beveiligd door een
geschikte beveiligingsautomaat of geschikte zekeringen in
de inkomende voedingsleiding te installeren.
12
Sluit de voedingskabels aan en zorg er vooral voor dat
het apparaat juist is geaard.
13
Sluit de stuurstroomkabels aan zoals vereist is voor de
toepassing.
14
Controleer de installatie en bekabeling grondig.
15
Schakel de voedingsspanning in en stel de parameters in.
www.invertekdrives.com
Handeling
Zie hoofdstuk
2. 1 . De frequentieregelaar identificeren aan de hand
van het modelnummer
9. 1 . Omgevingseisen
3. 1 . Algemeen
3.3. Mechanische afmetingen en montage
3.4. Richtlijnen voor de montage in een schakelkast
9.2. Technische gegevens
9.5. EMC-filter loskoppelen
4.9. Installatie conform EMC richtlijnen
4.5. Aansluiting motorklemmenbox
4.3.2. Zekering/beveiligingsautomaat
9.2. Technische gegevens
4. 1 . Aansluitschema
4.2. Aardverbinding
4.3. Aansluiten op de voeding
4.4. Motoraansluiting
4.6. Bedrading stuurstroomklemmen
4.9. Installatie conform EMC richtlijnen
7. Configuratie analoge en digitale ingangen
7.2. Voorbeelden aansluitschema's
5. 1 . Bediening van het toetsenbord
6. Parameters
Versie 1.04 | Optidrive ODE-3 gebruikershandleiding | 5
Blz.
7
36
9
9
10
36
38
1
15
13
12
36
1 1
1 1
12
12
13
15
27
27
16
18