Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Uitgebreide Parameters; Omschrijving - Invertek Drives OPTIDRIVE E3 Gebruikershandleiding

Gebruiksvriendelijke allround frequentieregelaar
Verberg thumbnails Zie ook voor OPTIDRIVE E3:
Inhoudsopgave

Advertenties

6.2. Uitgebreide parameters

Par.

Omschrijving

P-15
Functieselectie van de ingangen
P-12 bepaalt de aansturingsmodus en door gebruik te maken van parameter P-15 kunnen de functies van de ingangen aangepast
worden. Zie hoofdstuk 7. Configuratie analoge en digitale ingangen voor meer informatie.
P-16
Signaalformaat analoge ingang 1 (klem 6)
  = 0 tot 10 V signaal (unipolair). Standaard komt 0 - 10V overeen met de minimale (P-02) tot de maximale (P-01) frequentie.
  = 0 tot 10 V signaal (unipolair), bediening vooruit en achteruit. Wanneer een 50% offset wordt ingesteld in P-39 en een
200% scalering wordt ingesteld in P-35 is het mogelijk om met 0-10V vooruit en achteruit te draaien.
  = 0 tot 20 mA signaal.
  = 4 tot 20 mA signaal, de Optidrive schakelt uit en toont de foutcode F 500ms nadat het signaal onder 3mA is gezakt.
r  = 4 tot 20 mA signaal, de Optidrive gaat voorkeuzesnelheid 1 uitsturen wanneer het signaalniveau minder dan 3mA is.
  = 20 tot 4 mA signaal, de Optidrive schakelt uit en toont de foutcode F 500ms nadat het signaal onder 3mA is gezakt.
r  = 20 tot 4 mA signaal, de Optidrive gaat voorkeuzesnelheid 1 uitsturen wanneer het signaalniveau minder dan 3mA is.
  = 10 tot 0 V signaal (unipolair). Standaard komt 10 - 0V overeen met de minimale (P-02) tot de maximale (P-01) frequentie.
P-17
Effectieve schakelfrequentie
Met P-17 wordt de maximale schakelfrequentie ingesteld. Wanneer "rEd" wordt weergegeven in het display betekent dit dat
schakelfrequentie is gereduceerd (uitleesbaar via P00-32). De reden hiervoor is dat de temperatuur van de koelplaat te hoog is
opgelopen.
LET OP Houd er rekening mee dat bij hogere schakelfrequenties er meer warmteverliezen zijn. Afhankelijk van de bouwgrootte en
de omstandigheden is het noodzakelijk om "derating" (= een bouwgrootte groter kiezen) toe te passen. Neem contact op met de
retailer voor meer informatie.
P-18
Functieselectie relaisuitgang
Selectie van de functie van het uitgangsrelais. Het relais (klem 10 en 1 1) is gemaakt wanneer de voorwaarde waar is.
0: Regelaar in "Run". Uitgang wordt hoog wanneer de regelaar is gestart.
1: Regelaar "OK". Uitgang wordt hoog wanneer de voedingsspanning aanwezig is en er geen fout is.
2: Motor op snelheid. Uitgang wordt hoog wanneer de actuele snelheid gelijk is aan de gewenste snelheid.
3: Regelaar in fout. Uitgang wordt hoog wanneer de regelaar een fout geeft.
4: Motor snelheid >= grens. Uitgang wordt hoog wanneer de actuele snelheid groter of gelijk is aan de ingestelde waarde
van P-19.
5: Motor stroom >= grens. Uitgang wordt hoog wanneer de actuele stroom groter of gelijk is aan de ingestelde waarde van P-19.
6: Motor snelheid < grens. Uitgang wordt hoog wanneer de actuele snelheid kleiner is dan de ingestelde waarde van P-19.
7: Motor stroom < grens. Uitgang wordt hoog wanneer de actuele stroom kleiner is dan de ingestelde waarde van P-19.
8: Analoge ingang 2 > grens. Uitgang wordt hoog wanneer het signaal op analoge ingang 2 groter is dan de ingestelde
waarde van P-19.
9: Regelaar OK voor start. Uitgang wordt hoog wanneer er geen fout is en de regelaar gestart kan worden.
10: Fire mode is actief. Uitgang wordt hoog wanneer de Fire mode is geactiveerd.
11: Motor snelheid >= grens en geen Fire mode. Werking gelijk aan instelling 4 met het verschil dat de uitgang niet hoog
wordt tijdens Fire mode.
12: Veldbus. Uitgang wordt aangestuurd door bit 8 van het controlword. P-12 moet wel ingesteld staan op veldbusaansturing.
P-19
Schakelgrenzen uitgangsfuncties
Instelbare schakelgrenzen voor P-18 & P-25.
P-20
Voorkeuzesnelheid 1
P-21
Voorkeuzesnelheid 2
6
P-22
Voorkeuzesnelheid 3
P-23
Voorkeuzesnelheid 4
Voorkeuzesnelheden worden geselecteerd door de digitale ingangen. Dit is afhankelijk van de instelling van P-15.
Bij P-10 = 0 worden de snelheden ingegeven in Hz. Bij P-10 > 0 worden de snelheden ingegeven in rpm.
LET OP De waarde van parameters P-20 t/m P-23 wordt gereset naar 0 wanneer parameter P-09 wordt veranderd.
P-24
2e deceleratietijd (snelle stop)
2de deceleratie tijd. Dit is de tijd die nodig is om van de nominale snelheid (P-09) tot stilstand te komen in seconden.
De 2de deceleratie tijd wordt gekozen door een digitale ingang (zie hoofdstuk 7) of wanneer de voedingsspanning wegvalt en
P-05 op 2 of 3 is ingesteld. Bij een 2de deceleratie tijd van 0.00 zal de motor vrij uitlopen.
Extra mogelijkheid:
Wanneer P-24 > 0, P-02 > 0, P-26=0 en P-27 = P-02, dan wordt de 2de deceleratie tijd gebruikt voor zowel de acceleratie als
de deceleratie tijd bij snelheden onder de minimale snelheid. Deze instelling is vooral handig bij pompen of compressoren waarbij
je wilt dat ze snel starten en stoppen wanneer de snelheid onder de minimale snelheid komt.
20 | Optidrive ODE-3 gebruikershandleiding | Versie 1.04
Minimaal
Maximaal Standaard
0
19
Zie onder
U0-10
4
32
0
12
0.0
200.0
100.0
-P-01
P-01
-P-01
P-01
25.0
-P-01
P-01
40.0
-P-01
P-01
P-09
0.00
600.0
0.00
www.invertekdrives.com
Eenheid
0
-
-
8
kHz
1
-
%
5.0
Hz / RPM
Hz / RPM
Hz / RPM
Hz / RPM
s

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave