Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Invertek Drives OPTIDRIVE E3 Gebruikershandleiding pagina 24

Gebruiksvriendelijke allround frequentieregelaar
Verberg thumbnails Zie ook voor OPTIDRIVE E3:
Inhoudsopgave

Advertenties

Par.
Omschrijving
P-44
Bron gewenste waarde PI-regeling (setpoint)
Met deze parameter wordt de keuze gemaakt waar de gewenste waarde vandaan komt.
0: Digitaal. Zie parameter P-45 voor meer informatie.
1: Analoge ingang 1. Analoge ingang 1 wordt gebruikt voor het setpoint. Het niveau van analoge ingang 1 kan via P00-01
uitgelezen worden.
2: Veldbus. De gewenste waarde wordt bepaalt door PDO 2 (Modbus register 3).
P-45
Gewenste waarde PI‐regeling digitaal
Opgave digitale setpoint wanneer P-44 = 0.
0 t/m 100% is gelijk aan het bereik van de meetsensor. V.b. meetsensor is 0-10 Bar en we willen een druk van 4 bar bij een
normale PI-regeling. P-45 moet dan op 40% worden ingesteld.
P-46
Bron terugkoppeling PI‐regeling
Met deze parameter wordt de bron van de terugkoppeling voor de PI-regeling gekozen.
0: 2de analoge ingang (klem 4) Niveau via P00-02 uitleesbaar..
1: Analog Input 1 (klem 6) Niveau via P00-01 uitleesbaar.
2: Meting motorstroom In % van P‐08.
3: Tussenkringspanning Scalering 0 ‐ 1000 V = 0 – 100%.
4: Analoge ingang 1 ‐ analoge ingang 2 De waarde van analoge ingang 2 wordt afgetrokken van analoge ingang 1
(verschil meting). De waarde is gelimiteerd tot 0.
5: Hoogste waarde (Analoog 1, Analoog 2) De hoogste waarde van de 2 ingangen wordt gebruikt voor de terugkoppeling.
P-47
Signaalformaat analoge ingang 2 (klem 4)
  = 0 tot 10 V signaal.
  = 0 tot 20 mA signaal.
  = 4 tot 20 mA signaal, de Optidrive schakelt uit en toont de foutcode F 500ms nadat het signaal onder 3mA is gezakt.
r  = 4 tot 20 mA signaal, de Optidrive draait op de voorkeuzesnelheid 1 (P-20) als het signaalniveau minder dan 3 mA is.
  = 20 tot 4 mA signaal, de Optidrive schakelt uit en toont de foutcode F 500ms nadat het signaal onder 3mA is gezakt.
r  = 20 tot 4 mA signaal, de Optidrive draait op de voorkeuzesnelheid 1 (P-20) als het signaalniveau minder dan 3 mA is.
 = voor motortemperatuurmeting, geldig bij elke instelling van P-15 die ingang 3 als E-trip instelling heeft. Uitschakelniveau:
2,5 kΩ, reset 1 kΩ.
P-48
Timer standby mode
De standby mode wordt ingeschakeld door P-48 > 0,0 in te stellen. In dat geval wordt de frequentieregelaar in standby geschakeld
nadat deze een bepaalde periode met minimale snelheid (P-02) heeft gedraaid. De periode wordt ingesteld d.m.v. P-48. In de
stand-bymodus geeft het display , aan en stuurt de frequentieregelaar geen signaal meer naar de motor.
P-49
"Wake up"-niveau PI-regeling
Wanneer de PI‐regeling is geactiveerd (P‐12 = 5 of 6) en de ODE‐3 frequentieregelaar in "Standby mode" is, bepaalt deze
parameter wanneer de regelaar weer wakker wordt. Parameter P‐49 bepaalt hoe groot het verschil tussen de gewenste waarde en
de teruggekoppelde waarde moet zijn om de frequentieregelaar weer wakker te laten worden. Deze parameter voorkomt dat de
frequentieregelaar continue uit‐ en inschakelt bij kleine verschillen in de terugkoppeling.
P-50
Hysterese relaisuitgang
De hysterese geldt voor de schakelgrenzen van P‐19 en voorkomt dat het relaiscontact gaat denderen.
6
24 | Optidrive ODE-3 gebruikershandleiding | Versie 1.04
Minimaal
Maximaal Standaard
0
1
0.0
100.0
0
5
-
-
0.0
60.0
0.0
100.0
0.0
100.0
www.invertekdrives.com
Eenheid
0
-
0.0
%
0
-
-
U0-10
0.0
s
5.0
%
0.0
%

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave