Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Storing Zoeken; Foutmeldingen - Invertek Drives OPTIDRIVE E3 Gebruikershandleiding

Gebruiksvriendelijke allround frequentieregelaar
Verberg thumbnails Zie ook voor OPTIDRIVE E3:
Inhoudsopgave

Advertenties

10. Storing zoeken

10.1. Foutmeldingen

Fout-
Nr. Omschrijving
melding
Fl
00
Geen storing

01
Overstroom interne remchopper
Lr
02
Overbelasting remweerstand

03
Overstroom aan de uitgang
.r
04
Thermische overbelasting motor
(I2t)
Vl
06
Overspanning
Vl
07
Onderspanning

08
Te hoge temperatuur koellichaam

09
Te lage temperatuur
F
10
Fabrieksinstellingen zijn geladen
ri
1 1
Externe fout
C
12
Optibus communicatie time-out
FL
13
Rimpel tussenkringspanning te hoog Controleer of alle inkomende voedingsfasen aanwezig en in balans zijn.
L
14
Verlies van een ingangsfase
 
15
Overstroom aan de uitgang
Fl
16
Defecte thermistor op het
koellichaam
F
17
Interne geheugenfout (IO)
 F
18
4-20 mA signaal buiten bereik

19
Interne geheugenfout (DSP)
F
21
Motorstoring PTC-weerstand
FF
22
Storing koelventilator (alleen IP66) Controleer/vervang de koelventilator.

23
Interne temperatuur
frequentieregelaar te hoog
F
26
Fout aan de uitgang van de
regelaar
F
41
Autotune mislukt
CF
50
Modbus communicatie time-out
CF
51
CAN Open communicatie time-
out
LET OP Na een overstroom of een thermische fout (3, 4 en 15) is er intern een wachttijd voor resetten ingesteld die voorkomt dat
frequentieregelaar beschadigd wordt.
www.invertekdrives.com
Oplossing
N.v.t.
Controleer de toestand van de externe remweerstand en de bedrading.
De regelaar geeft een fout om de remweerstand te beschermen. Er is teveel remenergie
in de weerstand gestopt
In een korte tijd een zeer grote verandering van de stroom. Controleer de belasting
en/of de motor/bekabeling. Controleer of de acceleratietijd (P-03) niet te kort staat.
Controleerof de motorparameters correct zijn ingevoerd.
LET OP Na een O-I fout is er een korte wachttijd voordat de regelaar weer gereset kan
worden.
De regelaar heeft >100% van de waarde van P-08 (motorstroom) voor een bepaalde tijd
geleverd. De regelaar geeft een fout om de motor te beschermen tegen overbelasting.
Controleer of de voedingsspanning correct is. Wanneer de motor snel remt werkt hij
regeneratief en komt er energie van de motor terug. Verleng de deceleratie tijd (P-04), voeg
een remweerstand toe (schakel de remchopper in met P-34) of laat de motor vrij uitlopen.
De voedingsspanning is te laag of de voedingsspanning wordt weggeschakeld.
Controleer of er iets mis is met de voeding of met componenten in het voedingscircuit.
De regelaar is te warm geworden. Controleer de omgevingstemperatuur. Extra ruimte of
koeling is noodzakelijk.
De regelaar geeft een fout wanneer de temperatuur lager dan -10°C is. De temperatuur
moet weer boven de -10°C komen om te kunnen starten.
Een NC contact is geopend op digitale ingang 3. Wanneer een thermistor is aangesloten
op ingang 3: de motor is te warm geworden.
Controleer de communicatie tussen de regelaar en externe apparaten. Controleer de
parameter P-36 : adres, baudrate en time-out tijd van elke regelaar.
Controleer de voedingsspanning en controleer of er geen onbalans is in de fasen.
Controleer de motor en motorkabel op kortsluiting.
LET OP Na een hO-I fout is er een korte wachttijd voordat de regelaar weer gereset
kan worden.
Druk op de toets Stop. Neem contact op met uw leverancier als de storing aanhoudt.
Controleer het analoge circuit.
Druk op de toets Stop. Neem contact op met uw leverancier als de storing aanhoudt.
Aangesloten motorthermistor is oververhit, bedradingsaansluitingen en motor controleren.
Omgevingstemperatuur van de frequentieregelaar te hoog, controleer of er voldoende
koellucht aanwezig is.
Geeft aan dat er iets mis is achter de regelaar, zoals het missen van een fase of een
onbalans. Controleer de motor en de bekabeling.
De gemeten motorgegevens zijn niet correct.
Controleer de motor en de bekabeling. Staat de motor correct in ster of driehoek.
Controleer of de impedantie van alle fasen gelijk is. Controleer tevens of ingegeven
motorgegevens kloppen.
Controleer de inkomende aansluitkabel van de Modbus RTU.
Controleer of ten minste één register binnen de in P-36 index 3 ingestelde time-
outperiode cyclisch wordt opgeroepen.
Controleer de Modbus bekabeling.
Controleer of de Master minimaal 1 register continue afvraagt binnen de gestelde timeout
tijd van parameter P‐36 index 3.
Versie 1.04 | Optidrive ODE-3 gebruikershandleiding | 39
10

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave