Voor u het apparaat in gebruik neemt (vervolg)
De manchet correct aanbrengen
1) Houd de manchet boven de bovenarm, zodat de
luchtslang en de pijl die de slagader markeert naar
de onderarm wijzen. De slagadermarkering op
de manchet moet op de arteria brachialis worden
geplaatst.
2) Leg de manchet op de arm. Zorg dat de onderrand van
de manchet ongeveer 2 à 3 cm (¾ tot 1 inch) boven de
elleboog ligt.
16
2-3 cm
(3/4 tot 1 inch)
3) Wikkel de manchet rond de arm en trek hem aan.
4) Zorg dat er 2 vingers ruimte overblijft tussen de arm
van de patiënt en de manchet. Een te strak zittende
manchet kan veneuze congestie of verkleuring van
de arm veroorzaken. Als de manchet te los wordt
aangebracht, kan hij niet goed gevuld worden, wat
onjuiste meetwaarden kan opleveren. Verwijder alle
kleding die de meetarm bedekt of de beweging ervan
belemmert. Kleding kan de nauwkeurigheid van de
meting beïnvloeden.