11.2 Aanloopgradiënt voor
verwarmings-
kanaaltechniek
De aanloopgradiënt voor verwarmingska-
naaltechniek dient bijv. voor het reinigende
bedrijf van keramische verwarmingspatro-
nen. Gedurende de aanloopfase (t
dampt het vocht uit de hygroscopische ver-
warmingspatronen waardoor beschadiging
wordt voorkomen.
Er worden twee setpoints (SP1 en SP2) ge-
programmeerd. Op het tijdstip t
gemeten waarde als gradiënt-setpoint (= ac-
tuele setpoint, die door de regelaar wordt
berekend en gegeven) overgenomen. Gedu-
rende de periode t
0
grammeerde gradiënt-stijging rASd het set-
point SP1 benaderd. In deze periode wordt
het gradiënt-setpoint lineair verhoogd. Er
volgt een programmeerbare Hold-fase tS
(t
...t
), waarna met een tweede gradiënt-
1
2
stijging rASd (parameterset 2) het setpoint
SP2 wordt benaderd.
11 Gradiëntfuncties
...t
0
wordt de
0
...t
wordt met de gepro-
1
De aanloopgradiënt start op het tijdstip t0
resp. start opnieuw na de volgende gebeur-
tenissen (bij actieve aanloopgradiënt, C112):
– Inschakelen van de voedingsspanning
) ver-
– Verlaten van het handbedrijf
2
– Opheffen van een meetbereiksover-
schrijding van de gemeten waarde resp.
sensorbreuk
– Toetscombinatie
– Wijzigen van de configuratie (C 112)
Voor de aanloopfase en de daaropvolgende
periode kunnen verschillende regelaarpara-
meters worden ingesteld.
H
Indien SP1 > SP2, wordt de geme-
ten waarde als gradiënt-setpoint
overgenomen en met parameterset
1 SP1 benaderd.
Indien SP1<SP2 en x>SP1 wordt
SP2 met parameterset 2 benaderd.
35
E
I
+