– [AUTO]: Druk op de [BEAT ]-knop terwijl u de [SHIFT]-knop ingedrukt
houdt. De BPM wordt automatisch gemeten aan de hand van het gegeven
audiosignaal.
– [TAP]: Druk op de [BEAT ]-knop terwijl u de [SHIFT]-knop ingedrukt houdt.
U kunt nu de BPM handmatig invoeren door op de [TAP]-knop te tikken.
2 Draai de [BEAT FX]-regelaar.
Hiermee selecteert u een type effect.
Het eerste effecttype op de FX1-eenheid in rekordbox wordt gewijzigd.
3 Draai de BEAT FX CH-regelaar.
Hiermee selecteert u een kanaal waarop het effect moet worden toegepast.
– [SP]: past het effect toe op het sampler-geluid.
– [MIC]: past het effect toe op het microfoongeluid.
– [1] tot [4]: past het effect toe op het geluid van het betreffende kanaal.
– [MST]: past het effect toe op het geluid van het masterkanaal.
• Voor microfoongeluid en extern ingevoerd geluid wordt het effect van het
apparaat toegepast.
Lezen: Beat FX-types op het apparaat (pagina 98)
4 Druk op de [BEAT ]-knop of op de [BEAT ]-knop.
Stelt het aantal beats in dat is gesynchroniseerd met het effectgeluid.
De effecttijd die overeenkomt met het aantal beats, wordt automatisch
ingesteld.
5 Druk op de [BEAT FX ON/OFF]-knop.
Het effect wordt toegepast op het geluid.
U kunt de parameter van het effect aanpassen door aan de [BEAT FX LEVEL/
DEPTH]-regelaar te draaien.
De [BEAT FX ON/OFF]-knop knippert als het effect aan staat.
• Druk opnieuw op de [BEAT FX ON/OFF]-knop om het effect uit te zetten.
97
Nl
rekordbox