Veiligheid
Training
1.
Lees de instructies zorgvuldig door. Zorg dat u goed
op de hoogte bent van de besturing en het juiste
gebruik van de apparatuur.
2.
Laat kinderen of personen die niet op de hoogte zijn
van deze gebruiksvoorschriften nooit de gras-
maaimachine gebruiken. Het is mogelijk dat plaat-
selijke voorschriften een leeftijdsgrens stellen voor
de bediening van de machine.
3.
Maai nooit terwijl personen, in het bijzonder
kinderen, of huisdieren zich in de buurt van de
machine bevinden.
4.
Denk eraan dat de bestuurder of gebruiker verantwo-
ordelijk is voor eventuele ongelukken of gevaarlijke
situaties met andere personen of hun bezittingen.
5.
Vervoer geen passagiers.
6.
Alle bestuurders dienen professionele praktische
training te volgen. Bij zo'n instructie zou de nadruk
moeten liggen op:
• de noodzaak tot zorg en oplettendheid tijdens het
werken met zit-maaimachines.
• indien een zit-maaimachine gaat schuiven op een
helling, kan deze niet terug onder controle
gebracht worden door te remmen. De belangrijk-
ste oorzaken voor het verliezen van de controle
over de besturing zijn:
– onvoldoende grip van de wielen;
-–rijden met te hoge snelheid;
– verkeerd remmen;
– het type machine is niet geschikt voor dit
soort werk;
– onvoldoende aandacht voor de gevolgen van
de bodemgesteldheid, vooral bij hellingen;
Voorbereiding
1.
Draag altijd geschikt schoeisel en een lange broek
tijdens het maaien. Bedien de apparatuur niet indi-
en u blootsvoets bent of sandalen draagt.
2.
Inspecteer het terrein waar de apparatuur gebruikt
gaat worden grondig, en verwijder alle voorwer-
pen die door de machine weggeworpen zouden
kunnen worden.
3.
WAARSCHUWING - Benzine is licht ontvlam-
baar.
• Bewaar brandstof in speciaal hiervoor bedoelde
tanks.
• Vul uitsluitend brandstof in de open lucht en
rook niet tijdens het tanken.
• Vul de brandstof bij voordat u de machine
start. Nooit de dop van de brandstoftank verwi-
jderen of brandstof toevoegen terwijl de
machine draait of heet is.
• Probeer niet de machine te starten indien er
benzine gemorst is, maar verwijder de machine
uit de buurt van de plek waar gemorst is en
voorkom ontbranding van wat dan ook totdat
de brandstofdampen volledig verdwenen zijn.
• Zorg dat alle brandstoftanks en afsluitdoppen
weer veilig teruggeplaatst worden.
4.
Vervang alle defecte geluiddempers.
5.
Bekijk voor het gebruik altijd of de messen, de
bevestigingsbouten van de messen en de
messenkooi niet beschadigd of versleten zijn.
Vervang versleten of beschadigde messen of
bouten steeds per set om de balans te bewaren.
6.
Ben extra voorzichtig met machines met meerdere
messen omdat door het bewegen van één van de
messen, andere messen mee kunnen draaien.
3