chemische scheiding van de brandstof als gevolg van lage tem-
peratuur (wasvorming, die filters verstoppen kan).
Bij temperaturen boven –7˚C draagt nr 2-D dieselbrandstof bij
tot een langere levensduur van pompcomponenten. Geen
stookolie gebruiken. Stookolie bevat meestal zware kraakdistil-
laten die niet geschikt zijn voor dieselmotoren.
Brandstof buiten gebouwen op een passende plaats opslaan.
Door de voorkant van de tank iets omhoog te hellen, worden
alle vervuilingen aan het laagste einde, van de aftapopening
vandaan, verzameld. Nooit de tank verder dan 10cm van de
tankbodem legen om te voorkomen dat water en andere
vervuilingen, die zich op de bodem verzameld kunnen hebben,
uitstromen. Het op de bodem achterblijvend residu door een
zeemleer filteren of dit periodiek verwijderen om overmatige
opbouw van vervuiling te voorkomen.
Alle brandstofcontainers vrij van vuil, water, kalkaanslag en
andere vervuilingen houden. Vele moeilijkheden met motoren
vinden hun oorzaak in vervuiling van de brandstof.
Uitsluitend metalen containers voor opslag van brandstof
gebruiken. NOOIT brandstof in gegalvaniseerde metalen con-
tainers opslaan. Dit veroorzaakt een chemische reactie die filters
verstopt en mogelijk het brandstofsysteem kan beschadigen.
Indien mogelijk, de brandstoftank van de Groundsmaster 325-D
aan het einde van de dagtaak vullen. Dit voorkomt mogelijk
opbouw van condensatie binnen de brandstoftank en mogelijke
motorschade. Alvorens te tanken, motor geheel laten afkoelen.
1.
Zitplaats naar voren kantelen en met steunstang onderste-
unen zodat hij niet per ongeluk terugvallen kan (fig 19). De
omgeving van de brandstoftankdop met een schone doek
reinigen.
2.
Dop van brandstoftank afnemen (fig 3) en de 30l tank tot
25mm van de bovenkant met dieselbrandstof vullen. Na
vullen van de tank, dop stevig vastzetten.
12
Figuur 3
1.
Steunstang
2.
Brandstoftankdop