op SLOW zetten.
Opm.: Gloeibougie niet langer dan 1 minuut aaneen
gebruiken, anders kan hij voortijdig doorbranden.
5.
Wanneer de motor voor de eerste maal gestart wordt, of na
revisie van de motor, transmissie of as, de machine een of
twee minuten in vooruit en achteruit bedienen. Eveneens
hefhendel en PTO hendel bedienen om te controleren dat
alle delen juist functioneren. Stuurwiel naar links en rechts
draaien om stuurinrichting te controleren, dan motor
uitschakelen en controleren op olielekkage, loszittende
delen en eventuale andere merkbare problemen.
Alvorens te controleren op olielekkage, loszittende
delen of andere problemen, motor uitschakelen en
wachten tot alle bewegende delen gestopt zijn.
6.
Om de motor te stoppen, handgas naar achteren zetten op
SLOW, PTO hendel op OFF en contactsleutel op OFF.
Sleutel uit contact nemen om per ongeluk starten te
voorkomen.
ONTLUCHTEN VAN BRANDSTOFSYS-
TEEM
1.
Motorkap ontgrendelen en omhoog zetten.
2.
Ontluchtingsschroef boven op brandstoffilter/waterscheider
loszetten (fig 12).
3.
Contactsleutel op RUN zetten. De electrische brandstof-
pomp begint te werken en forceert de lucht langs de
ontluchtingsschroef naar buiten. Sleutel op RUN laten
staan tot een ononderbroken stroom brandstof langs de
schroef naar buiten vloeit. Dan schroef dichtdraaien en
sleutel op OFF zetten.
4.
Ontluchtingsschroef op brandstofinspuitpomp (fig 13) ope-
nen met een 12mm sleutel.
5.
Contactsleutel op RUN zetten. De electrische brandstof-
pomp begint te werken en forceert de lucht langs de
ontluchtingsschroef op de inspuitpomp naar buiten. Sleutel
op RUN laten staan tot een ononderbroken stroom brand-
stof langs de schroef naar buiten vloeit. Dan schroef dicht-
ATTENTIE
Figuur 12
1.
Brandstoffilter/waterscheider
2.
Ontluchtingsschroef
Figuur 13
1.
Brandstofinspuitpomp
2.
Ontluchtingsschroef
21