Inhoudsopgave
Advertenties
Zuigleidingen met diameters van meer dan 50 mm nominale wijdte, die onder de tankinlaat
1
(6) aankomen (oude bestand van de klant)m moeten nog op vloerniveau tot 50 of 40 mm
gereduceerd worden om de stromingssnelheid voor het hoogtransport van het slib-
luchtmengsel te verhogen.
De bypass-luchtstroom van het nevenluchtventiel in de hoofdzuigstroom moet
2
stromingsgunstig met een Y-stuk worden uitgevoerd. De inlaat moet zijdelings in de
zuigleiding gebeuren om een betere opwerveling van het slib en een meer effectieve
reiniging van de zuigleiding mogelijk te maken dan door toevoer van de bypass-lucht langs
boven.
○ Nevenluchtventiel met een bocht en eventueel een verlengbuis naar boven monteren.
3
○ De inlaatopening van het nevenluchtventiel altijd naar boven en minstens 20 cm boven
de bovenkant van de verzamelbuis leggen: Zo kunnen water noch vaste stoffen aan de
membranen van de vacuümregeling komen.
○ Is de inbouw van het nevenluchtventiel onmiddellijk voor de stijging niet mogelijk dan
moet het achter de aansluiting van de laatste behandelingseenheid in de
gemonteerd worden (zonder afb..).
○ Storende geluiden van het nevenluchtventiel in praktijkruimtes kunnen door optioneel
verkrijgbare geluidsdempers geëlimineerd worden (zonder afb. zie aanwijzingen voor de
"Minimaliseren van aanzuiggeluiden van het nevenluchtventiel" op pagina 24).
○ De inlaatopening altijd zodanig leggen dat geen losse delen aangezogen kunnen worden
(wasgoed, doeken, folie): Daardoor wordt een ongewilde afdichting van het
nevenluchtventiel vermeden.
Voor omkeringen alleen bochten met een grote radius gebruiken, voor een 90°-omkering
4
eventueel ook 2 x 45°-hoekstukken gebruiken.
○ Stijging met een onder 45° naar boven gevoerde buis of verticale buis (zonder afb.)
5
uitvoeren.
○ Buiseinde niet hoger dan tankinlaat leggen.
Verbinding met de tank met een bocht met grote radius of 2 x 45°-hoekstukken.
6
De afscheider indien mogelijk diep opstellen, bij voorkeur op de vloer.
7
Deze constellatie zorgt voor een optimale verwerveling van het amalgaamslib naar het opwaartse
transport en verhindert een afzetting van het slib en/of de daarmee verbonden vernauwing van de
buisleiding.
M4
Voorbereiding van de installatie
27
1.2.246.0001
Advertenties
Inhoudsopgave
