Inhoudsopgave
Advertenties
4.2.5
Afvalwaterleidingen
De afvalwaterleiding moet op de zwarte water riolering van het huis aangesloten worden, andere
penetraties zijn niet toegelaten.
Indien afvalwaterleidingen ontbreken moeten ze door een installateur volgens de plaatselijke
bouw- en gezondheidsvoorschriften geïnstalleerd worden.
Toegelaten sifons, geurafsluiters of terugslagkleppen zijn niet toegelaten. De compleet met water
gevulde afscheider heeft de functie van een geurafsluiter.
Passende buizen / verbindingen:
○ Met verval gelegde gangbare HT-buizen
○ Aansluiting op de uitloopbuis van de afscheider met flexibele slang (leveromvang)
○ Flexibele verbinding moet kort, zonder buigingen of nauwe bochten en met constant verval
gebeuren.
○ Flexibele slangen tegen doorhang beveiligen, op gewichtstoename door watervulling letten.
i
Onvoldoende dimensionering of ontbrekende ontluchting van het afvalwatersysteem
kan de afvoersnelheid door de afscheiders verminderen.
○ Voldoende dimensionering en vrij stromende afvalwaterleiding verzekeren.
○ Het afvalwatersysteem volgens de aanwijzingen in dit handboek installeren!
Ontbrekend verval c.q. doorhangende slangen kunnen tot het afzetten van zwevende
deeltjes en bijgevolg tot verstopping van de buizen leiden.
○ Aansluitingsslangen met constant en duidelijk verval in stromingsrichting installeren.
U vindt bijkomende aanwijzingen in het deel "4.3 Typische installatievariant van de buisleidingen" op
pagina 25.
4.2.6
Afzuigleidingen
4.2.6.1
Algemene installatieaanwijzingen voor dentale afzuigleidingen
i
Afzuigleidingen moeten steeds voldoen aan de plaatselijke bouwvoorschriften.
Minimum afstand:
De afstand tussen de kortst bijgelegen behandelingseenheid en het PureMotion
minstens 1 meter bedragen.
Met verval installeren:
De horizontaal lopende afzuigleidingen moeten een verval van 2 tot 3 % vertonen. Is de installatie
met verval niet mogelijk dan moeten de afzuigleidingen minstens horizontaal gelegd worden en
mogen geen stijging in richting van de PureMotion
i
Uitzondering bij etageopstelling: Eenmalige stijging van bodemniveau op inlaathoogte
van het apparaat, zie "4.3.3 Aanwijzingen voor de etageopstelling (montageuitvoering
van het nevenluchtventiel)" op pagina 26.
Bij installaties van de PureMotion
een stijging van de buisleidinguitgang tot de ingang in de afscheidingsinstallatie. Deze stijging is in
de meeste gevallen mogelijk, moet echter op voorhand met medentex afgesproken worden.
M4
Voorbereiding van de installatie
M4-installatie vertonen.
®
M4 op dezelfde etage als de behandelingseenheden is er dikwijls
®
21
M4-systeem moet
®
1.2.246.0001
Advertenties
Inhoudsopgave
