Hoofdstuk 3 - Overzicht en werking van scherm
Smart Tow-modus
Smart Tow (Sleepfunctie)
Smart Tow is een gemakkelijk te gebruiken programma voor het regelen van de bootacceleratie en het instellen van
streefsnelheden voor het slepen van waterskiërs, tubers of watersportuitrusting van uiteenlopende aard. Met Smart Tow
hoeft u niet langer te gissen bij acceleratieproblemen zoals te veel 'hole shot', overschrijdingen, deceleratie en problemen
bij het aanhouden van de streefwaarden voor een constante vaarsnelheid. Selecteer een profiel, selecteer Enable
(inschakelen) en zet de bedieningshendel op vol gas: Smart Tow doet dan de rest.
De Smart Tow-functie is gebaseerd op het motortoerental, tenzij er op de boot een GPS is geïnstalleerd dat op het control
area network is aangesloten. Als er een GPS aan boord is, kunt u voor de regelfuncties voor Smart Tow gebruik van
snelheidsstreefwaarden of toerentalstreefwaarden selecteren. U kunt daarnaast ook aangepaste vertrekprofielen
aanmaken.
Kenmerken
In Smart Tow gebruikt u het gebruiker-geselecteerde gegevensvenster en de voettekst voor het aanpassen van de
instellingen. Druk of swipe om de velden in het selectievak te doorlopen. In de voettekst kunt u Smart Tow in- of
uitschakelen, opslaan of afsluiten. De items in de voettekst van het gegevensvenster kunt u markeren en accepteren met
de draaiknop of door erop te drukken.
Smart Tow omvat vijf in de fabriek ingestelde vertrekprofielen, of de bestuurder kan nieuwe, aangepaste vertrekprofielen
maken. Aangepaste profielen zijn handig als de vaardigheden in het varen met watersportuitrusting tussen de opvarenden
uiteenlopen. De bestuurder kan een agressievere vertrekprocedure aanmaken voor ervaren waterskiërs en een meer
voorzichtige aanpak voor kinderen of voor het slepen van opblaasbare items.
Elk profiel bevat vijf keuzevelden. Wijzig de profielselecties met behulp van de pijltoetsen en de invoertoets.
•
Het instelpunt is het motortoerental (RPM) of de vaarsnelheid. De bestuurder kan het toerental of de snelheid wijzigen
in het onderdeel met het gegevensvenster.
•
Ramp (Toenametijd) is de periode die de boot nodig heeft om de ingestelde vaarsnelheid te bereiken.
•
Overshoot is het percentage dat de boot voorbij het instelpunt zal schieten.
•
De Overshoot Duration (overschrijdingsduur) is de periode waarin de boot boven het instelpunt zal blijven varen.
Druk nadat u de gewenste instellingen hebt aangepast op NEXT (volgende) in de voettekst van het gegevensvenster. Er
wordt dan een toetsenbordscherm geopend waarin u het profiel een naam kunt geven en in de lijst van profielen kunt
opslaan. Geef het profiel een naam en druk op de invoertoets om het nieuwe profiel aan de lijst toe te voegen.
Bladzijde 32
57377
In de fabriek ingestelde standaardprofielen
52179
90-8M0126147
52280
MAART 2016
nld