7. Inbedrijfstelling
7.1
Eerste inbedrijfstelling
• Documenteer de inbedrijfstellingsprocedure (handelingen en instellingen).
• Controleer dat alle installatie- en overige handelingen voorafgaand aan de ingebruikstelling volledig zijn uitgevoerd (bijv.
elektrische voeding beschikbaar en aangesloten, functionerende of actieve zekeringen, correcte afdichting van de uitrusting,
verwijderde transportbeveiliging van de niveausensor).
Let op: Zorg ervoor dat het basisvat pas gevuld wordt nadat de maatregelen voor de inbedrijfstelling zijn voltooid.
• S tel het handregelventiel op de pompmodule af (zie bijlage 2). Bij de M02 moet het tweede handregelventiel tevens worden
afgesteld.
• Vul en ontgas het verwarmings- en koelsysteem (niet het vat!)
• Controleer of de bijvulleiding gebruiksklaar is.
• Draai de kogelkraan aan de bijvulaansluiting en de kogelkraan aan de flexibele aansluitgroep (vataansluiting) open
• Schakel de besturing IN en doorloop de startmenuprocedure (Par. 7.3: overzicht van menu, punten, regels 9 .. 9-9).
• Kies eerst de gewenste menutaal te kiezen in het hoofdmenu onder punt 4.
• Als de datum en tijd niet correct zijn, deze aanpassen in het onderdeel van het menu. 3
• Afhankelijk van de aanvankelijke configuratie in het startmenu zullen de Punten 9-5 en 9-6 verschijnen in plaats van 9-7.
• D an zal het Flamcomat basisvat worden geselecteerd op basis van de nominale capaciteit (Par. 5.2, typeplaatje Vessel) en dient
ook ook de fabrieks-bedrijfskalibratie worden uitgevoerd.
• D eze opstartprocedure wordt gevolgd door het INschakelen van de bijvulprocedure. Is een volumeniveau van ca. 7% bereikt
(zie display), schakel dan de regeleenheid UIT en ontgas de pomp(en) (Par. 5.5; pos. 3.5 B; 3.6 B, pagina 96; pos 3.20). Bij
pompen met automatische ontluchting dienen deze te worden geopend door de rode dop van deze componenten één slag te
draaien.
• Open de kogelkraan op het retourcircuit (systeemstroming en -retour). Pas op de systeemleidingen kunnen heet worden.
• Borg de kogelkranen.
• Nadat alle uit te voeren handelingen zijn voltooid, de technische data zijn geëvalueerd en alle aanbevelingen en uitleg in deze
handleiding zijn doorgenomen, is de drukexpansie-automaat bedrijfsklaar.
• SCHAKEL DE REGELEENHEID IN.
Strangregelventielen op de pompeenheid mogen tijdens bedrijf niet dicht worden gezet. Dit kan leiden tot ernstige/destructieve
schade aan de pompeenheid.
NLD
105