6. DAGELIJKS GEBRUIK
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken Veiligheid.
6.1 Instellen: Verwarmingsfuncties
Stap 1
Schakel de oven in.
Stap 2
Houd de knop vast. In het display verschijnen de standaard verwarmingsfuncties.
Stap 3
Selecteer het symbool van de verwarmingsfunctie en druk op de knop om het sub‐
menu te openen.
Stap 4
Selecteer de verwarmingsfunctie en druk op de knop.
Stap 5
Selecteer:
Het display toont de temperatuurinstellingen.
Stap 6
Draai aan de knop om de temperatuur in te stellen en druk erop.
Stap 7
Druk op:
Voedselsensor - u kunt de sensor op elk gewenst moment voor of tijdens het koken
aansluiten.
- druk hierop om de verwarmingsfunctie uit te schakelen.
Stap 8
Schakel de oven uit.
6.2 Instellen: Kook- En Bakassistent
Elk gerecht in dit submenu heeft een aanbevolen functie en temperatuur. U kunt de tijd en de
temperatuur aanpassen.
Voor sommige gerechten kunt u ook koken met:
• Per gewicht
• Voedselsensor
Tot hoeverre een gerecht wordt gekookt:
• Rauw of Minder
• Medium
• Gaar of Meer
Stap 1
Schakel de oven in.
Stap 2
Selecteer: Menu Druk op de knop.
Druk op de knop.
.
DAGELIJKS GEBRUIK
15/44