Bakrooster:
Plaats het rooster tussen de geleidestan‐
gen van de roostersteun.
Bakplaat / Diepe schaal:
Schuif de plaat tussen de geleidestangen
van de inschuifrail.
8.2 Voedselsensor
Voedselsensor- meet de temperatuur binnenin het voedsel. Je kunt het bij elke
verwarmingsfunctie gebruiken.
De oventemperatuur: (minimaal 120 °C).
Ingrediënten moeten op ka‐
mertemperatuur zijn.
De oven berekent een geschatte bereidingseindtijd. Dit hangt af van de voedselkwaliteit, de
ingestelde ovenfunctie en de temperatuur.
8.3 Gebruik: Voedselsensor
Stap 1
Schakel de oven in.
GEBRUIK VAN DE ACCESSOIRES
Er moeten twee temperaturen worden ingesteld:
Voor de beste kookresultaten:
Niet gebruiken voor vloei‐
bare gerechten.
De kerntemperatuur.
Tijdens het koken moet het in de
schaal blijven.
21/44