Berichten
3. Selecteer een van de volgende opties met de
toetsen Omhoog en Omlaag en druk op de
functietoets Kies of op de middentoets.
• Tekstopmaak: hiermee kunt u de opmaak
van de tekst wijzigen.
Bij Grootte kunt u kiezen uit de opties
Normaal, Groot en Klein.
Bij Vet, Cursief, Onderstrepen en
Doorhalen kunt u kiezen uit AAN en UIT.
U kunt deze kenmerken combineren.
• Objecten toevoegen: hiermee kunt u een
geluid, melodie, afbeelding of animatie aan
het bericht toevoegen. Selecteer het type
object dat u wilt toevoegen. Per type hebt u de
keuze uit diverse meegeleverde objecten. U
kunt ook een object kiezen dat u van elders
hebt ontvangen, bijvoorbeeld van het Internet
of van een andere telefoon.
Opmerking: als u multimediaobjecten aan een
bericht toevoegt, kunt u minder tekens typen.
• Standaardbericht toevoegen: hiermee kunt
u een eerder door u samengesteld
standaardbericht gebruiken voor het bericht.
Selecteer een van de vijf items die zijn
opgeslagen in het menu Standaardberichten
(menu 4.1.4). Zie pagina 95 voor meer
informatie.
• Overnemen uit tel.lijst: hiermee kunt u een
item uit de telefoonlijst in het bericht
opnemen. Selecteer een item uit de lijst.
• Favoriet toevoegen: hiermee kunt u het
adres van een webpagina uit uw lijst met
favorieten toevoegen. Selecteer een item uit
de lijst.
94
• Taal: hiermee kunt u de taal voor de T9-stand
wijzigen. Selecteer de taal die u wilt
gebruiken.
4. Voltooi het bericht en verzend het of sla het op
aan de hand van de stappen op pagina 92
(vanaf stap 2).
Een lang tekstbericht schrijven
Als u een tekstbericht opstelt waarin het maximale
aantal tekens voor verzending wordt overschreden,
splitst de telefoon het bericht automatisch in
meerdere berichten. Op het moment dat het bericht
wordt gesplitst, ziet u het aantal te verzenden
berichten waaruit het gesplitste bericht bestaat. Het
maximale aantal tekens van een bericht kan
verschillen per provider.
Standaardberichten
(menu 4.1.4)
Met dit menu kunt u maximaal vijf
standaardberichten definiëren die u het meest
gebruikt.
Selecteer een lege locatie of een van de
standaardberichten en druk op de functietoets
Opties of op de middentoets.
De volgende opties zijn beschikbaar:
Wijzigen: hiermee kunt u een nieuw
standaardbericht schrijven of een bestaand
standaardbericht bewerken.
Opmerking: zie pagina 38 voor meer informatie over
het invoeren van tekens.
Berichten
95