Aan de slag
2. Steek het netsnoer van de oplader in een
gewoon stopcontact.
De kleur van het lichtje op de reisoplader geeft
de status van het oplaadproces aan:
• Rood: de batterij wordt opgeladen.
• Groen: de batterij is volledig opgeladen.
• Oranje: de batterij is niet goed geplaatst of is
te warm of te koud.
3. Na het opladen haalt u het snoer van de oplader
uit het stopcontact en maakt u de oplader los
van de telefoon door de knoppen aan de
zijkanten van de connector in te drukken en de
connector uit de telefoon te trekken.
➀
Opmerking: als de telefoon wordt opgeladen, kunt u
de batterij pas verwijderen nadat u de oplader van de
telefoon hebt losgekoppeld. Als u dit niet doet, kan de
telefoon beschadigd raken.
22
➀
➁
Indicator batterij bijna leeg
Als de batterij bijna leeg is en u nog maar enkele
minuten kunt bellen, hoort u een
waarschuwingstoon en verschijnt met regelmatige
tussenpozen de melding "Waarschuwing, batterij is
bijna leeg" in het display. In dat geval wordt de
verlichting uitgeschakeld om zo min mogelijk van
de resterende stroom te gebruiken.
Als de batterij te zwak is om de telefoon nog te
kunnen gebruiken, wordt het toestel automatisch
uitgeschakeld.
De telefoon aan- en uitzetten
1. Open de telefoon.
2. Houd de toets
ingedrukt totdat de telefoon
is ingeschakeld.
3. Als u om een wachtwoord wordt gevraagd, voert
u dat in en drukt u op de functietoets OK of op
de middentoets.
het wachtwoord is in de fabriek standaard
ingesteld op "00000000". Zie pagina 170 voor
meer informatie.
4. Als u om uw PIN-code wordt gevraagd, voert u
deze in en drukt u op de functietoets OK of op
de middentoets. Zie pagina 171 voor meer
informatie.
De telefoon zoekt uw netwerk. Zodra dit
gevonden is, verschijnt het standby-scherm op
het display. Nu kunt u zelf bellen of oproepen
beantwoorden.
Aan de slag
23