6.7
HENDEL VOOR HANDBESCHERMING
De hendel voor handbescherming aan de voorkant voorkomt dat de hand van de bediener naar
de ketting glijdt. Deze hendel schakelt ook de kettingrem in, als hij vooruit wordt geduwd of
door inertie van de massa in de hendel in geval van een terugslag.
NL
6.8
ZAAGBLADBESCHERMING
De zaagbladbescherming voorkomt het contact met de tanden van de ketting; de tanden zijn
ook scherp bij stilstaande ketting. Breng hem op het zaagblad en de ketting aan tijdens het
transport en verplaatsingen.
7
STARTEN
7.1
BRANDSTOF
LET OP
Benzine is een zeer ontvlambare brandstof. Wees zeer voorzichtig bij het hanteren
van benzine of een mengsel van brandstoffen. Rook niet en breng geen vuur of
vlammen in de buurt van de brandstof of van de machine.
•
Ga zorgvuldig om met brandstof om het risico op brand of brandwonden zo klein mogelijk
te houden. Deze is zeer ontvlambaar.
•
Schud de brandstof en doe deze in een houder die goedgekeurd is voor de brandstof.
•
Meng de brandstof in de open lucht, in een omgeving waar geen vonken of vlammen zijn.
•
Leg het apparaat op een vrij terrein, stop de motor en laat het apparaat afkoelen voordat u
brandstof bijvult.
•
Draai de dop van de brandstof langzaam los om de druk vrij te geven en te voorkomen dat
er brandstof naar buiten komt.
•
Draai de dop van de brandstoftank goed dicht na het bijvullen. Trillingen kunnen ervoor
zorgen dat de dop losraakt en er brandstof naar buiten komt.
•
Veeg de brandstof die uit de tank is gekomen af. Verplaats het apparaat 3 meter van de
plaats waarop u het heeft bijgevuld voordat u de motor start.
•
Probeer onder geen beding brandstof te verbranden die naar buiten is gekomen.
•
Rook niet tijdens het hanteren van de brandstof of tijdens het gebruik van de machine.
•
Bewaar de brandstof op een koele, droge en goed geventileerde plaats.
•
Bewaar de brandstof niet op plaatsen met droge bladeren, hooi, papier etc.
•
Bewaar het apparaat en de brandstof op plaatsen waar de brandstofdampen niet in contact
kunnen komen met vonken of open vlammen, geisers of boilers, elektrische motoren of
schakelaars, ovens etc.
•
Haal de dop niet van de tank wanneer de motor draait.
•
Gebruik brandstof niet voor schoonmaakwerkzaamheden.
•
Let erop dat er geen brandstof op uw kleding komt.
16