5. Plaats het zaagblad (F, Fig. 5) op het tapeind (N).
6. Monteer de ketting (H, Fig. 6) in het neuswiel (E) en in de geleider van het zaagblad (M). Let
op de draairichting van de ketting (Fig. 8).
7. Plaats de kettingkast in zijn behuizing, houd hem tegen het zaagblad gedrukt en draai de
spanschroef (L, Fig. 7) aan zodat de blokkeerpal (D, Fig. 5) in het gat (G) van het zaagblad
NL
wordt gestoken.
8. Monteer de kettingkast en de bijbehorende moeren zonder ze aan te halen.
9. Span de ketting met de spanschroef (L, Fig. 7).
10. Haal de bevestigingsmoer van de kettingkast definitief aan door de punt van het zaagblad
omhoog te houden (Fig. 9). Het aanhaalmoment is 1,5 kgm (15 Nm). De ketting moet
worden afgesteld, zodat hij goed gespannen is en gemakkelijk met de kracht van de hand
kan bewegen (Fig. 10).
11. De ketting is op de juiste spanning afgesteld als hij enkele millimeters omhoog kan worden
getrokken (Fig. 10).
LET OP
Zorg ervoor dat de ketting altijd correct gespannen is. Een te losse ketting verhoogt
het terugslagrisico en de ketting kan uit de groef van het zaagblad raken; deze
situaties kunnen de bediener letsel toebrengen en de ketting beschadigen. Een te
losse ketting veroorzaakt een snelle slijtage van de ketting, het zaagblad en het
rondsel. Een te strak gespannen ketting veroorzaakt daarentegen overbelasting van
de motor die beschadigd kan raken. Een correct aangehaalde ketting zorgt voor de
beste eigenschappen wat betreft het zagen, de veiligheid en de levensduur van de
ketting. De levensduur van de ketting hangt af van een correcte spanning, maar ook
van een correcte smering.
6
VEILIGHEIDSSYSTEMEN OP HET PRODUCT
LET OP
De kettingzaag is uitgerust met veiligheidssystemen die de risico's door het gebruik
van de kettingzaag verminderen; de bediener moet kennis hebben van de positie,
het gebruik en het onderhoud ervan.
LET OP
Lees de volgende waarschuwingen alvorens het product te gebruiken.
•
Gebruik de kettingzaag niet met defecte veiligheidssystemen.
•
Controleer
Veiligheidscontroles.
•
Wend u onmiddellijk tot een erkende dealer, als de veiligheidssystemen defect zijn.
6.1
KETTINGREM VOOR TERUGSLAGBESCHERMING
Het product is voorzien van een kettingrem die de ketting bij terugslag stopt. De kettingrem
vermindert het risico van ongevallen, maar alleen de bediener kan ze voorkomen met zijn werk.
14
de
veiligheidssystemen
regelmatig.
Raadpleeg
het
hoofdstuk
9.1