De kettingrem wordt handmatig geactiveerd door met uw linkerhand tegen de hendel van de
handbeschermer te duwen totdat het wordt geactiveerd of automatisch met het
traagheidsmechanisme. Duw tegen de handbeschermer om de kettingrem ook bij afgezette
motor handmatig te activeren.
6.2
GASHENDELBLOKKERING
De gashendelblokkering voorkomt een onbedoelde inschakeling van de gashendel. Als u uw
hand om de handgreep legt en de gashendelblokkering indrukt, kan de gashendel worden
ingedrukt.
Zodra
gashendelblokkering beide terug naar hun beginstand. Deze functie blokkeert de gashendel op
het stationair toerental.
6.3
KETTINGVANGER EN KETTINGSPANNER
De kettingvanger houdt de ketting tegen bij een breuk of als hij van het zaagblad af loopt. Met
de kettingspanner kan een te strak gespannen ketting (risico op een breuk) of een te losse
ketting (risico op het eraf lopen van de ketting) worden voorkomen. De juiste spanning van de
ketting en een goed onderhoud van het zaagblad en de ketting verminderen het risico op
ongevallen.
6.4
TRILLINGSDEMPINGSSYSTEEM
Het trillingsdempingssysteem vermindert de trillingen die op de handgrepen worden
overgebracht. De dempers werken als scheiding tussen de motor van het apparaat en de
handgrepen.
6.5
STOPSCHAKELAAR
De STOP-schakelaar dient ervoor om de motor zowel onder normale omstandigheden als in
noodgevallen te stoppen.
6.6
UITLAAT
De uitlaat garandeert het minimale geluidsniveau en leidt de uitlaatgassen bij de bediener
vandaan. In gebieden met een warm en droog klimaat kan een groot brandgevaar bestaan.
Volg de plaatselijke normen en onderhoudsvoorschriften.
LET OP
De uitlaat warmt flink op tijdens en na het gebruik, en wanneer de motor stationair
draait. Er bestaat brandgevaar, vooral wanneer de machine dicht bij brandbaar
materiaal wordt ingeschakeld.
LET OP
Gebruik de machine niet zonder uitlaat of met een defecte uitlaat. Een defecte
uitlaat kan het geluidsniveau en het brandgevaar verhogen.
de
handgreep
wordt
losgelaten,
keren
de
gashendel
en
NL
de
15