7.4
In bedrijf stellen
WAARSCHUWING
Schakel de pomp uit als deze
niet maximaal met medium is
gevuld.
OPMERKING
Ontlucht de pomp en de
toevoerleiding. Vul de pomp en de
toevoerleiding met het medium.
OPMERKING
Gezien vanaf de bovenzijde van de
motor moet de pomp rechtsom draaien.
Zie 7.1.1: Indicatoren (Y). Bij een
driefasenmotor kan de draairichting
worden gewijzigd door twee van de drie
fasedraden te wisselen.
7.4.1
In een open of gesloten circuit met
voldoende voordruk
ID0239
Figuur 21: Voorbeeld: Pomp met open
of gesloten circuit
1.
Sluit de toevoerafsluiter (C) en de persafsluiter
(A).
2.
Open de vulplug (B).
3.
Open geleidelijk de toevoerafsluiter tot de
vloeistof uit de vulplug (B) vloeit.
4.
Sluit de vulplug.
5.
Open de toevoerafsluiter maximaal.
28
6.
Controleer de draairichting van de pomp.
7.
Open de persafsluiter (A) maximaal.
B
C
A
7.4.2
In een open circuit met een
vloeistofniveau lager dan de pomp
ID0241
B
Figuur 22: Voorbeeld: Vloeistofniveau
lager dan pomp
1.
Verwijder de vulplug (B) uit het kopstuk.
2.
Sluit de persafsluiter (A).
3.
Vul de pompvoet via de vulplug maximaal met
de te verpompen vloeistof.
4.
Draai de vulplug (B) in het kopstuk.
5.
Controleer de draairichting van de pomp.
6.
Open de persafsluiter (A).
7.4.3
Na een lange periode van stilstand
of opslag
Controleer tijdens de eerste start de mechanische
asafdichtingen op lekkage als gevolg van een
vastzittende of uitgedroogde smeerlaag. Ga indien dit
het geval is als volgt te werk:
1.
Draai de as met de hand;
2.
Controleer of de mechanische asafdichting nog
steeds lekt.
Als de mechanische asafdichting nog steeds lekt:
1.
Demonteer de mechanische asafdichting.
2.
Reinig en ontvet de asafdichtingsvlakken
grondig.
3.
Plaats de mechanische asafdichting terug en
probeer de pomp nogmaals te starten.
Als hiermee de lekkende as nog niet is opgelost, is
vervanging van de mechanische asafdichting
noodzakelijk.
A