Motor
De mediumtemperatuur bepaalt de pomptemperatuur
bij de interfaces met de motor (bij de askoppeling en
de motorflens). De temperaturen bij de
motorinterfaces moeten door de fabrikant van de
motor zijn toegestaan, zodat de door de markering
van de motor aangegeven explosieveiligheid
behouden blijft. De standaard bij de DPV en DPLHS
geleverde ATEX-motoren voldoen aan VDMA/ZWEI
24263. Als gevolg hiervan gelden voor deze pompen
de volgende beperkingen:
•
De maximum toegestane temperatuur van het
medium van de pomp is:
Tabel 11: Beperkingen voor de mediumtemperatuur
met het oog op de motor bij gebruik van de pomp in
mogelijk explosieve omgevingen
ATEX-markering motor
Ex db (vuurvaste behuizing) T3
Ex db (vuurvaste behuizing) T4
Ex db (verhoogde veiligheid) T3
•
Gebruik van de omvormer is niet toegestaan.
De maximum toegestane mediumtemperatuur voor
ATEX-pompen die niet met motoren uit het
standaardassortiment van DPV/DPLHS ATEX-
motoren worden geleverd, is gelijk aan de door de
fabrikant van de motor maximum toegestane
interfacetemperatuur.
Mechanisch (asafdichting)
Bij T4-toepassing van de pomp
(maximumoppervlaktetemperatuur van 135 °C)
beperkt in sommige situaties de temperatuurstijging
van de mechanische afdichting de toegestane
vloeistoftemperatuur.
Controleer in geval van T4-toepassing of één of meer
van de volgende situaties gelden:
•
Het type mechanische afdichting is anders dan
(R)MG12
•
Maximumpompdruk >16 bar
•
De gepompte vloeistof is anders dan water (of
18
een watermengsel)
In dit geval is het pompen van vloeistof met een
temperatuur tot 100 °C niet toegestaan. Zie de
onderstaande tabel met aanvullende beperkingen.
Tabel 12: Beperking voor de mediumtemperatuur met
het oog op de mechanische afdichting, voor ATEX
T4-toepassing van de pomp
Het type mechanische afdichting kan worden
Maximum toege-
stane
vastgesteld door middel van de afdichtingscode
mediumtemperatuur
(staat op de typeplaat van de pomp vermeld) en tabel
9: Asafdichtingscode.
100 °C
100 °C
60 °C
5.9.4
U bent verplicht deze punten te controleren voordat u
de pomp in werking stelt.
•
•
•
•
•
Type mechanische afdich-
ting
[bar] [°C]
(R)MG12
16
25
H7N
40
M37
40
4MC
40
Inbedrijfstelling (controlelijst)
Overbelasting van de pomp kan tot een storing
in de pomp leiden. Voorkom gebruik van hogere
druk/temperatuurwaarden in de pomp dan
toegestaan. Zie ook 2.1: Gegevens en
informatie over DPV / DPLHS6 pompen
verkrijgen en 5.8: Werkbereik.
Bedrijf van de pomp bij een laag debiet leidt tot
verhoging van de mediumtemperatuur. Zorg dat
de pomp uitsluitend bij de toegestane
debietwaarden wordt gebruikt. Zie ook 5.8:
Werkbereik
Plaats als lagere debieten worden verwacht een
omloopleiding. Zie 7: Installatievoorschriften
Zorg dat de maximummediumtemperaturen voor
ATEX-toepassingen niet worden overschreden.
Maak indien (storingen leidend tot) hogere
temperaturen worden verwacht gebruik van een
systeem voor bewaking en beperking van de
temperatuur (die aan de benodigde eisen met
betrekking tot ATEX voldoet).
Zorg dat de pomp tijdens bedrijf wordt ontlucht
en maximaal met het te verpompen medium
wordt gevuld. Maak indien (een storing leidend
tot) gas in de pomp wordt verwacht gebruik van
[°C]
[°C]
100
92
78
80
80
75
92
85
73
55
55
50
87
87
67