4.3.1
Labels op het product
De op het product aangebrachte pictogrammen,
waarschuwingen en instructies maken deel uit van de
veiligheidsvoorzieningen. De labels mogen niet
worden verwijderd of afgedekt. Labels moeten
gedurende de gehele levensduur van het product
leesbaar blijven. Vervang beschadigde labels
onmiddellijk.
4.4
Veiligheidsmaatregelen
4.4.1
Tijdens normaal gebruik
•
Neem contact op met het lokale energiebedrijf
voor vragen over de elektriciteitsvoorziening.
•
Bescherm de onderdelen die heet kunnen wor-
den zodanig dat direct contact niet mogelijk is.
•
Plaats ter bescherming altijd niet-vervormde
koppelingsbeschermingsplaten (indien van
toepassing) voordat de pomp ingebruik
genomen wordt.
•
Sluit altijd de klemmenkast van de motor.
•
Sluit, indien van toepassing, altijd het
schakelpaneel.
4.4.2
Tijdens installatie, onderhoud en
reparatie
Uitsluitend hiervoor bevoegde werknemers mogen
het product installeren, onderhouden en inspecteren,
en elektrische componenten repareren. Neem de
plaatselijke veiligheidsvoorschriften in acht.
WAARSCHUWING
Ontkoppel voordat u installatie-,
onderhouds- en
reparatiewerkzaamheden gaat
uitvoeren altijd eerst de energietoevoer
naar het product. Beveilig deze
ontkoppeling.
WAARSCHUWING
De oppervlakken van een pomp kunnen
heet worden na continu of onregelmatig
bedrijf.
10
WAARSCHUWING
Zorg dat niemand in de buurt van
draaiende componenten aanwezig kan
zijn bij het starten van een pomp.
WAARSCHUWING
Behandel een pomp met gevaarlijke
vloeistoffen met de grootst mogelijke
voorzichtigheid. Voorkom gevaar voor
personen of het milieu bij het repareren
van lekkages, het aftappen van vloeistof
en het ontluchten. Het is raadzaam om
een lekbak onder de pomp te plaatsen.
WAARSCHUWING
Alle veiligheids- en
beschermingsvoorzieningen moeten
direct na afronding van de
werkzaamheden terug worden geplaatst
en/of weer in werking worden gesteld.
WAARSCHUWING
Neem alle in het hoofdstuk 'In bedrijf
stellen' beschreven instructies in acht
voordat u het product weer in werking
stelt.
4.5
Retourneren naar leverancier
•
Tap de pomp af.
•
Blaas de pomp altijd door en reinig deze vooral
als deze voor het werken met schadelijke,
explosieve, hete of anderszins gevaarlijke
vloeistoffen is gebruikt.
•
Als de pomp vloeistoffen heeft verwerkt waarvan
de restanten kunnen leiden tot corrosieschade in
een vochtige atmosfeer of die kunnen ontsteken
als ze in contact komen met zuurstof, moet de
pomp ook worden geneutraliseerd en moet
vochtvrij inert gas door de pomp worden
geblazen om te verzekeren dat hij droog is.
•
Vul bij het retourneren van de pomp altijd een
certificaat van reiniging in en sluit deze bij, zie
hoofdstuk 11.2: Decontaminatieverklaring.
Vermeld altijd eventueel getroffen veiligheids- en
reinigingsmaatregelen.
OPMERKING
Indien gewenst kan een blanco
certificaat van reiniging worden
gedownload via de website: www.dp.nl/
decontaminatie-verklaringen.