Menuthema
Een achtergronddisplay
selecteren
Het achtergronddisplay kan worden geselecteerd uit 9 verschil-
lende vooringestelde displays voor het AV-bedieningsscherm
en 6 verschillende vooringestelde displays voor het beginme-
nuscherm. Bovendien kunt u het achtergronddisplay wijzigen
naar andere afbeeldingen die zijn geïmporteerd van een
USB-geheugenapparaat.
1 Geef het scherm "Thema" weer.
2 Raak [Achtergrond] aan.
U kunt het instellingenscherm ook omschakelen
door [Verlichting], [Thema] of [Utility] aan te
tippen op dit scherm.
3 Raak [Home] of [AV] aan om de schermweer-
gave over te schakelen.
De instellingen kunnen afzonderlijk voor het
AV-bedieningsscherm en het beginmenuscherm worden
opgeslagen.
4 Tip het item aan dat u wilt instellen.
●
Vooringestelde displays: Het gewenste vooringestelde
achtergronddisplay selecteren.
●
(aangepast): Een geïmporteerd beeld van een USB-
geheugenapparaat als achtergronddisplay instellen.
De afbeelding opslaan als achtergrondafbeelding op blad-
zijde 30
●
(uit): Het achtergronddisplay verbergen.
De kleur van de verlichting
instellen
U kunt een verlichtingskleur selecteren uit 7 verschillende kleu-
ren. Bovendien kan de verlichting in volgorde worden gescha-
keld tussen deze 7 kleuren.
De kleur selecteren uit de vast inge-
stelde kleuren
U kunt een verlichtingskleur uit de lijst selecteren.
48
1 Geef het scherm "Thema" weer.
2 Raak [Verlichting] aan.
U kunt het instellingenscherm ook omschakelen
door [Thema], [Achtergrond] of [Utility] aan te
tippen op dit scherm.
3 Raak de gewenste kleur aan.
●
Gekleurde toetsen: Selecteer hiermee de gewenste kleur.
●
(aangepast): Het scherm weergeven voor instelling van
de verlichtingskleur.
Een aangepaste kleur creëren op bladzijde 48
●
(regenboog): Geleidelijk in een bepaalde volgorde over-
schakelen tussen de vijf standaard kleuren.
U kunt het beginmenuscherm of
AV-bedieningsscherm bekijken door respectieve-
lijk [Home] of [AV] aan te tippen.
Een aangepaste kleur creëren
U kunt een door de gebruiker gedefinieerde kleur maken. De
aangemaakte kleur wordt opgeslagen en u kunt hem gebruiken
wanneer u de verlichtingskleur de volgende keer instelt.
1 Geef het scherm "Thema" weer.
2 Raak [Verlichting] aan.
U kunt het instellingenscherm ook omschakelen
door [Thema], [Achtergrond] of [Utility] aan te
tippen op dit scherm.
3 Raak de volgende toets aan.
Het scherm weergeven voor het maken en
opslaan van een aangepaste kleur.
4 Raak de volgende toetsen aan.
De helderheid en het rood-, groen- en blauwni-
veau aanpassen voor de gewenste kleur.
U kunt de kleurtoon ook aanpassen door de kleu-
renbalk te slepen.
5 Raak [Memo] aan en houd hem vast om de
aangepaste kleur op te slaan.
De aangepaste kleur wordt in het geheugen opgeslagen.
Als u hierna dezelfde toets aanraakt, wordt deze kleur uit het
geheugen opgeroepen.
De themakleur selecteren
U kunt een themakleur selecteren uit 5 verschillende kleuren.
1 Geef het scherm "Thema" weer.
2 Raak [Thema] aan.
U kunt het instellingenscherm ook omschakelen
door [Verlichting], [Achtergrond] of [Utility] aan
te tippen op dit scherm.
3 Raak de gewenste kleur aan.
U kunt het beginmenuscherm of
AV-bedieningsscherm bekijken door respectieve-
lijk [Home] of [AV] aan te tippen.
De klokinstelling selecteren
U kunt de klok op het AV-bedieningsscherm en het beginmenus-
cherm uit 3 verschillende beelden selecteren.
1 Geef het scherm "Thema" weer.
2 Raak [Utility] aan.