1
Algemene veiligheidsaanwijzingen
Houdt u zich voor uw veiligheid aan de volgende aanwijzingen voor installatie, inbedrijfstel-
ling en gebruik van de aandrijving.
− Het apparaat mag uitsluitend geïnstalleerd en in bedrijf gesteld worden door vaklui die be-
kend zijn met installatie, inbedrijfstelling en gebruik van dit product. In dit inbouw- en be-
dieningsvoorschrift worden met vaklui personen bedoeld die het werk dat ze opgedragen
krijgen, op grond van hun vakopleiding, hun kennis en ervaring en hun kennis van de toe-
passelijke normen, kunnen beoordelen en die mogelijke gevaren herkennen.
− De gevaren die van het medium, de bedrijfsdruk of van bewegende delen rond het aange-
sloten regelventiel kunnen uitgaan, moeten door passende maatregelen gemitigeerd wor-
den.
− Het apparaat is bedoeld voor gebruik in laagspanningsinstallaties. Bij aansluiten en on-
derhoud dient u de toepasselijke veiligheidsvoorschriften in acht te nemen. Er dienen al-
leen veiligheidsvoorzieningen te worden gebruikt die beveiligd kunnen worden tegen abu-
sievelijk opnieuw inschakelen.
− Schakel voor het aansluiten de netspanning uit.
Ter vermijding van materiële schade geldt bovendien:
− Het is een randvoorwaarde dat het regelventiel vakkundig wordt vervoerd en opgeslagen.
Aanwijzing:
Het apparaat is voorzien van een CE-merk en voldoet aan richtlijn 2004/108/EG en
richtlijn 2006/95/EG. We stellen de toepasselijke conformiteitsverklaring desgewenst
ter beschikking.
EB 8331-4 NL
Algemene veiligheidsaanwijzingen
7