Hoofdstuk
29
Systeeminstellingen
Het navigatie-
informatievenster
U kunt instellen of begeleidingsinformatie van
het navigatiesysteem op het AV-bedienings-
scherm wordt weergegeven.
1
Druk op de HOME toets om het begin-
menuscherm weer te geven.
2
Tip de volgende toetsen aan in de aan-
gegeven volgorde.
Het "Systeem" scherm verschijnt.
3
Tip [Instellingen navigatie] aan.
Het volgende scherm verschijnt.
4
Tip [Venster navigatie-info] zo vaak als
nodig aan tot de gewenste instelling ver-
schijnt.
! Aan (standaard):
De navigatie-informatiebalk weergeven.
! Uit:
De navigatie-informatiebalk niet
weergeven.
Automatisch overschakelen
naar het navigatiescherm
U kunt instellen of er automatisch van het AV-
scherm of het applicatiescherm naar het navi-
gatiescherm moet worden overgeschakeld
wanneer het voertuig een begeleidingspunt,
zoals een kruispunt, nadert.
166
Nl
1
Druk op de HOME toets om het begin-
menuscherm weer te geven.
2
Tip de volgende toetsen aan in de aan-
gegeven volgorde.
Het "Systeem" scherm verschijnt.
3
Tip [Instellingen navigatie] aan.
Het volgende scherm verschijnt.
4
Tip [AV/App-geleidingsmodus] zo vaak
als nodig aan tot de gewenste instelling
verschijnt.
! Aan (standaard):
Er wordt overgeschakeld van het AV-bedie-
ningsscherm of het applicatiescherm naar
het kaartscherm.
! Uit:
Het scherm verandert niet.
De FM-afstemstap instellen
Afhankelijk van de regio kan de afstemstap
worden gewijzigd. De FM-afstemstap kan wor-
den ingesteld op 100 kHz of 50 kHz.
p Deze instelling is beschikbaar als de bron
is uitgeschakeld.
1
Druk op de HOME toets om het begin-
menuscherm weer te geven.