6.
Selecteer het tabblad Apparaat- en documentinstellingen en druk op de knop Aangepaste eigenschappen.
7.
Selecteer in het tabblad Papier/kwaliteit of Papier (afhankelijk van de versie van de driver) de papiersoort
die u wilt gebruiken.
OPMERKING:
beschermde rol (zie
8.
Selecteer de afdrukkwaliteit (uw eigen keuze tussen snelheid en afdrukkwaliteit).
9.
Als u van plan bent op een rol papier af te drukken dan moet u bepalen waar de printer het papier moet
bijsnijden.
Met de Windows V3-driver: selecteer het tabblad Papier/kwaliteit en klik daarna op de knop
●
Instellingen van de optie Marges/snijmachine en vervolgens op Inhoud afsnijden op marges.
Met de Windows V4-driver: klik op het tabblad Layout en klik vervolgens in het gebied Layout-modus
●
op Met marges > Inhoud afsnijden op marges.
U kunt ook de snijlijnen aanpassen. Deze geven aan waar het papier na het afdrukken moet worden
gesneden. Zie
Als u een Z6dr of Z9
van het papier afsnijden.
118 Hoofdstuk 9 Praktische afdrukvoorbeelden
Als u noch de papierbron noch de papiersoort selecteert, drukt de printer niet af op een
Een papiersoort beschermen op pagina
Afdrukken met bijsnijdlijnen op pagina
dr gebruikt, kunt u de verticale trimmer inschakelen en de linker- en rechterranden
+
79).
75.
NLWW