afdrukken. Later, als de kaart volledig droog is, kunt u het Kleurcentrum in HP Utility gebruiken om een
profiel aan te maken met behulp van het schema dat u al hebt gemaakt (Windows: ICC-profiel maken vanaf
een doel dat al is afgedrukt; macOS: ICC-profileringskaart scannen en ICC-profiel maken). In dat geval duurt
het enige tijd voordat de spectrofotometer is opgewarmd en klaar is om te scannen.
4.
Voer de naam in van uw nieuwe profiel.
5.
De HP Utility kan u vragen om het papier te kalibreren.
6.
Er wordt een profileringskaart afgedrukt. In tegenstelling tot een kalibratiekaart bevatten de meeste
vlakken combinaties van meer dan één inkt. De printer kiest automatisch het schema voor de profilering
voor het papierformaat dat is geladen.
Een A3- of B-formaat voor losse vellen
Een papierrol-indeling die het papiergebruik vermindert door over de volledige breedte van de rol af te
drukken
7.
Het schema moet een tijd drogen, afhankelijk van het papiertype, zodat de kleuren tijd hebben om te
stabiliseren.
8.
De kaart word gescand en gemeten door de ingebouwde spectrofotometer van HP.
9.
Met de metingen die zijn gedaan door de spectrofotometer berekent de printer het ICC-profiel voor uw
printer, inkt en papiersoort.
10.
Het nieuwe ICC-profiel wordt opgeslagen in de volgende map op uw computer:
C:\Windows\System32\spool\drivers\color (Windows)
●
/Library/ColorSync/Profiles/HP DesignJet (macOS)
●
11.
Het profiel wordt ook in de printer opgeslagen, zodat andere computers die met dezelfde printer zijn
verbonden het kunnen kopiëren. De HP Utility laat het u weten als uw printer profielen heeft die nog niet op
uw computer zijn opgeslagen.
OPMERKING:
aangemaakt profiel te gebruiken.
NLWW
Sommige toepassingen moeten misschien worden gesloten en opnieuw gestart om een zojuist
Kleurprofilering
99