Als de printer geen verbinding met het netwerk kan maken via automatische onderhandeling, kunt u de
verbindingsinstellingen instellen via één van de volgende methoden:
Het front panel
●
De geïntegreerde webserver
●
De Telnet-interface, via een systeemopdrachtprompt
●
Een TFTP-configuratiebestand (Trivial File Transfer Protocol) dat is gedownload, bijvoorbeeld van een
●
BootP- of DHCP-server
Netwerkmanagementhulpmiddelen zoals HP Web Jetadmin
●
Probleemoplossing
IO-configuratiekaart
De IO-configuratiekaart geeft een uitgebreide status van de printserver weer. Deze informatie is een belangrijk
diagnostisch hulpmiddel, zeker wanneer netwerkcommunicatie niet beschikbaar is. Voor een beschrijving van
berichten die op de kaart worden weergegeven, raadpleegt u de Beheerdershandleiding bij de HP Jetdirect
printservers voor uw afdrukservermodel.
Voor gedetailleerde informatie over de verbinding gaat u naar het menu Connectiviteit en klikt u op Netwerkkaart
of Serviceskaart om alle beschikbare informatie weer te geven.
De netwerkkaart biedt informatie over de netwerkconfiguratie en de netwerkstatus. De servicekaart biedt
informatie over de status van de verbindingen met HP services, zoals HP ePrint.
Ga als volgt te werk om de correcte werking te controleren:
1.
Zoek op de netwerkkaart naar het statusbericht I/O-kaart gereed.
2.
Wanneer I/O-kaart gereed wordt weergegeven, werkt de printserver correct. Ga naar de volgende sectie.
Als er een ander bericht dan I/O-kaart gereed wordt weergegeven, probeert u het volgende:
a.
Schakel de printer uit en vervolgens weer in om de printserver opnieuw te initialiseren.
b.
Controleer of de statuslampjes (leds) de juiste status aangeven.
Zie de Beheerdershandleiding bij HP Jetdirect-printservers om uw printservermodel te begrijpen en voor de
problemenoplossing van andere berichten.
Netwerkparameters opnieuw instellen
Als u de netwerkinstellingen van de printer per ongeluk verkeerd instelt, kunt u de fabriekswaarden herstellen
door te tikken op het pictogram
Fabrieksinstellingen connectiviteit herstellen.
VOORZICHTIG:
terugzetten van de fabrieksstandaardwaarden. Een certificaat van een Certificate Authority (CA) dat door de
gebruiker is geïnstalleerd om een netwerkverificatieserver te valideren wordt niet opgeslagen.
60
Hoofdstuk 4 Netwerken
, daarna op het pictogram
Een in de fabriek geïnstalleerd HP Jetdirect X. 509-certificaat blijft opgeslagen tijdens het
en vervolgens op Netwerk >
NLWW