Nummer 4 – Mei 2008
Weersomstandigheid
Schakelaarstand
Nat – regen en water
op de grond
Droog, stoffig,
zonnig
Plakkerige,
modderige
omstandigheden
Afbeelding 3-22 Regelschakelaarstanden
Systeembeveiliging
Als de watertank leeg is, schakelt een
sensorschakelaar de waterpomp uit.
Als het motortoerental van de regenmaker
onder de 50% komt te liggen, schakelt het
MMU-systeem de regenmaker uit en wordt
een instructie weergegeven waarin staat
dat de watertoevoer naar de regenmaker
moet worden uitgeschakeld (door de
regelschakelaar van de ronddraaiende
verstuiver in de stand 0 of 2 te zetten).
Informeer uw supervisor. De regenmaker
kan beschadigd raken als hij met water
wordt geleverd en niet ronddraait.
De regenmaker moet ronddraaien
voordat er water in wordt gedaan.
Als ui de borstels in een droog gebied
gebruikt, zorg er dan voor dat u de voorste
watersproeiers gebruikt.
Actie
Waterpomp
uitgeschakeld –
geen water naar
0
sproeimonden of
regenmaker.
Regenmaker
draait rond (mits
in veegmodus en
vooruitstand is
geselecteerd)
Waterpomp
ingeschakeld -
Water naar
1
borstelsproeiers
(afhankelijk van
instellingen
naaldklep. Water
naar sproeier op
aanzuigbuis.
Water naar
regenmaker.
2
Idem als stans 1,
maar met water
naar regenmaker
uitgeschakeld.
Regenmaker
draait nog
steeds rond.
Aan de slag
Vuilvergaarbakafvoer
Als de schakelaar voor de
vuilvergaarbakafvoer (boven de rechter
schakelaarkolom) in de stand AAN staat
(schakelaar omlaag en brandt), wordt de
vuilvergaarbakafvoer automatisch geopend
wanneer de veegmodus wordt ingeschakeld.
De afvoer wordt gesloten wanneer het
aanzuigen stopt.
Afbeelding 3-23 Schakelaar voor
vuilvergaarbakafvoer
Onder bepaalde veegomstandigheden,
bijvoorbeeld tijdens regenachtig weer vegen
in een gevoelig voetgangersgebied, is het
misschien nodig de afvoer te sluiten zelfs
als de aanzuigventilator werkt. U kunt dit
bereiken door de afvoerschakelaar in de
stand UIT te schakelen. In deze situatie
neemt de hoeveelheid water in de
vuilvergaarbak als het erg nat is buiten zeer
snel toe en moet de machine misschien
naar een geschikte stortplaats worden
gebracht.
Als het watersysteem niet werkt, controleer
dan het watertankniveau achter de
afdichtflap van de vuilvergaarbak aan de
achterkant van de machine (raadpleeg de
sectie over het oplossen van problemen als
het watersysteem nog steeds niet werk).
Afbeelding 3-24 Watertankniveau
28