Nummer 4 – Mei 2008
3.1 De
bedieningselemente
n instellen
1. U kunt uw stoel instellen.
Beweeg de stoel naar voren of achteren
met de hendel aan de rechterkant van de
stoel. Zie afbeelding 3-1.
Stel de vering van de stoel in met de hendel
die zich in het midden onder de stoel
bevindt. Trek de knop naar buiten voor een
grotere hefboomwerking en beweeg de
knop naar links om het gewicht van de
bestuurder te verhogen. Zie afbeelding 3-1.
Afbeelding 3-1 Stoel instellen
Stel de rugleuning in met de bovenste
hendel die zich aan de rechterkant van de
stoel bevindt. Zie afbeelding 3-2.
Gebruik de onderste hendel die zich aan de
rechterkant van de stoel bevindt om de
kantelstand (dijondersteuning) van de stoel
in te stellen.
Afbeelding 3-2 Rugleuning en kantelstand
instellen
2. Stel met de in afbeelding 3-3
Afbeelding 3-3 Stuurwiel instellen
3. Denk eraan dat de cabine is
4. U kunt de deuren aan de binnenkant
Aan de slag
afgebeelde hendel de hoogte van het
stuurwiel in.
uitgerust met een veiligheidsgordel.
van de cabine vergrendelen.
Beweeg de pal naar beneden om de
deur te ontgrendelen en naar boven
om de deur de vergrendelen.
20