Nummer 4 – Mei 2008
mechanisme stelt u in staat om de machine
in de veegmodus (werkmodus) met lage
snelheden (tot max. 15 km/h) in nauwe
steegjes (1,1 m brede machine) te kunnen
bedienen.
In de rijmodus bij hoge snelheid (max. 32
km/h) wordt de spoorbreedte van de
voorwielen vergroot tot 1,33 m. De stabiliteit
van de machine neemt hierdoor bij hoge
snelheiden toe.
De spoorbreedte (het wijzigen van de
spoorbreedte van de voorwielen) wordt
automatisch door het elektronische MDM-
regelsysteem ingesteld.
1. WIELSPOORBREEDTE
VERGROTEN – Schakelen tussen
WERK- en RIJMODUS
Verlaag de snelheid van de machine tot 5
km/h (wandelsnelheid) en selecteer de
rijmodus. Wanneer de rijmodus is
geselecteerd, wordt de wielspoorbreedte
pas vergroot wanneer u in de vooruitstand
het gaspedaal indrukt en de machine een
snelheid van ten minste 4,5 km/h heeft
bereikt.
De MDM beperkt de maximum snelheid
vervolgens tot 5 km/h totdat de vergroten
van de wielspoorbreedte is voltooid
(ongeveer 10 sec.). U mag daarna
maximaal 32 km/h rijden. Tijdens het
wijzigen van de wielspoorbreedte wordt het
bericht CAUTION – SPEED RESTRICTION
– WHEEL TRACKING OPERATING (LET
OP – SNELHEIDSBEPERKING –
WIELSPOORBREEDTE WORDT
GEWIJZIGD) op de MDM-display
weergegeven.
2. WIELSPOORBREEDTE
VERKLEINEN – Schakelen tussen
RIJ- en WERKMODUS
Verlaag de snelheid van de machine tot 5
km/h en selecteer de werkmodus. Het
verkleinen van de wielspoorbreedte begint
pas als er een snelheid van ten minste 2,5
km/h is bereikt. De MDM controleert
vervolgens de snelheid tot een snelheid van
maximaal 3 km/h totdat het verkleinen van
de wielspoorbreedte is voltooid. U mag
daarna maximaal 15 km/h rijden. Tijdens
het verkleinen van de wielspoorbreedte
wordt opnieuw het bericht over de wijzigen
van de wielspoorbreedte in de MDM-display
weergegeven.
3.3.5 Meters en
waarschuwingslampjes
Niveau dieseltank
Handrem aan
(rood)
Indicatoren (groen)
Accu leeg (rood)
Oliewaarschu
wing (oranje)
Afbeelding 3-11 Meters en
waarschuwingslampjes
Het IQAN-systeem controleert daarnaast
ook de staat van de machine en geeft in de
grafische display waarschuwingen en
informatie weer (ze sectie 3.7).
3.3.6 Vooruit / vrijstand /
achteruit
Met de voorste joystickschakelaar op de
voorkant van de regelarm kunt u de vooruit-,
vrij en achteruitstand selecteren.
Til de veiligheidsring omhoog terwijl u de
joystick uit de vrijstand haalt.
Aan de slag
Motortemperatuurmeter
Grootlicht
(voorlampen)
(wit/blauw)
Toerenteller
motor en
klok
Voorgloeier motor
(oranje)
24