De afdruk is vaag of de kleuren zijn dof
Controleer de afdrukmodus
Met de instellingen Snel Normaal en Klad in het printerstuurprogramma kunt u sneller
afdrukken. Dit kan bijvoorbeeld handig zijn als u concepten wilt afdrukken. Voor een beter
resultaat selecteert u Normaal of Beste. Zie
Controleer de ingestelde papiersoort
Als u op transparanten of andere speciaal afdrukmateriaal afdrukt, moet het
bijbehorende materiaal zijn geselecteerd in het printerstuurprogramma. Zie
op speciaal
Controleer de inktpatronen
Als lijnen in tekst of afbeeldingen onvolledig of onjuist worden afgedrukt, zijn een of meer
inktpatronen mogelijk leeg of defect. Vervang de lege of defecte inktpatronen.
Kleuren worden als zwart-wit afgedrukt
Controleer de afdrukinstellingen
Controleer of Afdrukken in Grijsschaal is geselecteerd in het printerstuurprogramma.
De verkeerde kleuren worden afgedrukt
Controleer de afdrukinstellingen
Controleer of Afdrukken in Grijsschaal is geselecteerd in het printerstuurprogramma.
Controleer de printkoppen
Zodra de afdrukkwaliteit zichtbaar afneemt, moeten de printkoppen mogelijk worden
gereinigd. Zie
De kleuren op de afdruk lopen door elkaar heen
Controleer de afdrukinstellingen
Sommige papiersoortinstellingen (zoals Transparantenen Fotopapier) en
afdrukkwaliteitinstellingen (zoals Beste) gebruiken meer inkt dan andere instellingen.
Kies andere afdrukinstellingen in het printerstuurprogramma en controleer of u de juiste
papiersoort hebt geselecteerd. Zie
35
3 - Onderhoud en probleemoplossing
afdrukmateriaal.
Onderhoud van de
printkoppen.
Adrukinstellingen
Adrukinstellingen
wijzigen.
wijzigen.
Afdrukken
NLWW