Afdrukken op speciaal afdrukmateriaal
Dit hoofdstuk bevat informatie over het afdrukken op afdrukmateriaal zoals enveloppen,
fotopapier, ansichtkaarten, transparanten en ander speciaal afdrukmateriaal.
Afdrukken op papier met een speciaal formaat (Windows)
1
Plaats het juiste afdrukmateriaal. Zie
2
Open het af te drukken document, selecteer het menu Bestand, klik op Afdrukken
en vervolgens op Instellingen of Eigenschappen.
3
Klik op het tabblad Papier/Kwaliteit.
4
Selecteer het soort afdrukmateriaal in de vervolgkeuzelijst Soort.
5
Selecteer het formaat van het afdrukmateriaal in de vervolgkeuzelijst Formaat.
Of
Klik op Speciaal, geef de afmetingen van het afdrukmateriaal op en klik op OK.
6
Pas eventueel andere instellingen aan en klik op OK.
7
Druk het document af.
Afdrukken op papier met een speciaal formaat (Mac OS)
1
Plaats het juiste afdrukmateriaal. Zie
2
Klik op Pagina-Instelling in het menu Bestand.
3
Selecteer het papierformaat.
4
Voer de volgende stappen uit om een speciaal papierformaat te selecteren:
a Mac OS 9: klik op Speciaal Papierformaat Bewerken in het vervolgkeuzemenu
b Klik op Nieuw en voer een naam in voor het formaat bij Naam Papierformaat.
c Voer bij Breedte en Hoogte de afmetingen in.
d Klik op Klaar of OK.
e Mac OS 9: klik op Klaar.
5
Klik op Afdrukken in het menu Bestand.
6
Mac OS 9: selecteer de bron van het afdrukmateriaal in het scherm Algemeen.
7
Open het scherm Papiersoort/Kwaliteit .
8
Mac OS 9: selecteer de bron, groep en het type afdrukmateriaal.
Mac OS X: open het tabblad Papier en selecteer het soort afdrukmateriaal.
9
Pas eventueel andere instellingen aan en klik op Afdrukken.
NLWW
Papierformaat.
Mac OS X: klik op Speciaal Papierformaat in het vervolgkeuzemenu Instellingen.
Bij Mac OS X kunt u ook de marges instellen.
Papier
plaatsen.
Papier
plaatsen.
20