De lade configureren
1
Zorg dat de printer is ingeschakeld.
2
Vanuit de Werkset: open het tabblad Printerservice en klik op Geavanceerde
Configuratie.
Vanuit de ingesloten webserver: open het tabblad Instellingen en klik op
Papierverwerking in het linker deelvenster.
3
Breng de gewenste wijzigingen aan de klik op OK of Toepassen.
De volgende tabel geeft een overzicht van de verschillende manieren waarop u de
papierlades kunt gebruiken.
Ik wil...
In beide laden hetzelfde afdrukmateriaal plaatsen
en de printer laten overschakelen naar de tweede
lade als de eerste leeg is.
Zowel speciaal afdrukmateriaal (zoals
transparanten of briefpapier) als gewoon papier in
de lades plaatsen.
Afdrukmateriaal in beide lades plaatsen maar de
printer eerst afdrukmateriaal laten halen uit een
specifieke lade.
Adrukinstellingen wijzigen
U kunt de afdrukinstellingen (zoals papierformaat of -soort) wijzigen vanuit een toepassing of
het printerstuurprogramma. Wijzigingen in een toepassing hebben voorrang boven wijzigingen
in het printerstuurprogramma. Als u toepassing hebt afgesloten, worden de
standaardinstellingen van het printerstuurprogramma echter hersteld.
Opmerking
Afdrukinstellingen die van toepassing zijn op alle afdruktaken moeten worden geselecteerd in
het printerstuurprogramma.
Voor meer informatie over de functies van het printerstuurprogramma in Windows kunt u de
on line Help van het printerstuurprogramma raadplegen. Voor meer informatie over het
afdrukken vanuit een specifieke applicatie kunt u de documentatie van de betreffende
applicatie raadplegen.
De instellingen voor huidige taken aanpassen vanuit een
toepassing (Windows)
1
Open het document dat u wilt afdrukken.
2
Klik op Afdrukken en vervolgens op Instellingen of Eigenschappen in het
menu Bestand.
Specifieke opties kunnen afwijken, afhankelijk van de software die u gebruikt.
3
Wijzig eventueel andere instellingen en klik op OK, Afdrukkenof een vergelijkbare optie.
NLWW
Voer de volgende stappen uit
1
Plaats papier in lade 1 en lade 2.
Zie
Papier
plaatsen.
2
Controleer of de ladevergrendeling is
uitgeschakeld.
1
Plaats speciaal afdrukmateriaal in lade 1 en
gewoon papier in lade 2.
2
Controleer of ladevergrendeling is ingesteld
voor lade 1.
1
Plaats afdrukmateriaal in lade 1 en lade 2.
2
Controleer of de gewenste lade de
standaardlade is.
16