Rijden op de motorfiets
Koelvloeistof
Controleer of het koelvloeistofpeil gelijk
ligt met de bovenste peilmarkering in
het expansiereservoir. Controleer het
peil altijd bij een koude motor.
Elektrische installatie
Controleer of alle elektrische apparatuur
zoals de koplamp, het achter-/remlicht,
de richtingaanwijzers en de claxon goed
werken.
Overige
Kijk of alle bevestigingsmiddelen stevig
vastzitten.
Parkeren
Waarschuwing
Parkeer nooit op een zacht of op een
hellend oppervlak. Indien de motorfiets
onder deze omstandigheden wordt ge-
parkeerd,
kan
schade aan eigendommen of persoon-
lijk letsel als gevolg.
Waarschuwing
Benzine is uiterst brandbaar en kan
onder bepaalde omstandigheden explo-
deren. Controleer bij parkeren in een
garage of andere ruimte, of deze goed
geventileerd is en de motorfiets niet in
de buurt staat van vlam- of vonkbron-
nen. Hieronder valt ook apparatuur
met een waakvlam.
Wanneer
bovenstaand
wordt opgevolgd, kan er brand ont-
staan met schade aan eigendommen of
persoonlijk letsel als gevolg.
72
deze
omvallen
advies
De motor en het uitlaatsysteem zijn na
het rijden sterk verhit. Parkeer NOOIT
op plaatsen waar voetgangers en kin-
deren de motorfiets kunnen aanraken.
Raak geen hete delen van de motor of
het uitlaatsysteem aan met de blote
huid;
veroorzaken.
met
Zet de transmissie in neutraal en draai
de contactschakelaar in de stand UIT
(OFF).
Schakel het stuurslot in om diefstal te
bemoeilijken.
Parkeer altijd op een stevige, egale on-
dergrond om te voorkomen dat de
motorfiets omvalt.
Parkeer op een helling altijd met de
voorzijde naar het hogere gedeelte ge-
richt,
om
motorfiets van de standaard rolt. Zet de
motorfiets in de eerste versnelling om te
niet
voorkomen dat deze wegrolt.
Waarschuwing
het
kan
brandwonden
te
voorkomen
dat
de