Instellingen
8.3
Instellen van de werkbreedte voor strooischotels OM
84
Voor de verschillende werkbreedten zijn er verschillende
strooischijvenparen.
Het bestaande rijpadensysteem (afstand tussen de rijsporen)
bepaalt de keuze van het benodigde strooischijvenpaar.
De werkbreedten zijn instelbaar in de werkbereiken van de
betreffende Omnia-Set (OM) strooischijvenparen (bij het
uitstrooien van ureum kunnen er echter afwijkingen ontstaan).
De mestsoort en de gewenste werkbreedte bepalen de
instelwaarden van de zwenkbare strooiplaten.
De specifieke strooi-eigenschappen van de mestkorrels
beïnvloeden de werpbreedte. Met de zwenkbare strooiplaten
kan op de specifieke strooi-eigenschappen van een mestsoort
worden afgestemd, zodat de betreffende mestkorrels over de
gewenste werkbreedte kunnen worden uitgestrooid
De belangrijkste factoren die de strooi-eigenschappen beïnvloeden
zijn:
korrelgrootte,
soortelijk gewicht,
oppervlakte ruwheid
vochtigheidsgraad.
Wij adviseren daarom alleen goed gestructureerde kunstmest van
bekende leveranciers te gebruiken en met de mobile testbaan
de ingestelde werkbreedte te controleren.
werkbreedte
15 – 24 m
24 – 48 m
WAARSCHUWING
Gevaar voor het uitwerpen van onderdelen van de snelsluiting
als gevolg van onvakkundig vastgedraaide vleugelmoer na het
instellen van de werkbreedte!
Controleer elke keer na het instellen van de werkbreedte of de
vleugelmoer van de snelsluiting goed met de hand is vastgedraaid.
strooischotel paar
OM 15 – 24
OM 24 – 48
ZG- B BAG0051.6 02.14