Reiniging, onderhoud en reparatien
12.5
Transportband met automatische bandbesturing
Transportbanden (
Afb. 77
onder helling of bij eenzijdige belasting, scheef te
gaan lopen. De transportband trekt dan naar de
buitenkant. Dit scheef lopen wordt voorkomen
door de automatische bandbesturing van de
AMAZONE- getrokken strooiers ZG-B.
De transportband met automatische
bandbesturing is opgespannen tussen de
aandrijftrommel (
Afb. 77
/2) en de omkeertrommel
(
/3).
Afb. 77
De aandrijftrommel is vast in het frame van de
bandbevestiging gemonteerd. De
omkeertrommel kan zich om de draaibare as
(
Afb. 77
/4) bewegen. De transportband loopt
tussen twee stuurrollen (
stuurframe (
Afb. 77
/6) met de omkeerrol zijn
verbonden.
Als de transportband door eenzijdige belasting
naar buiten loopt, volgen de stuurrollen deze
beweging. Dit veroorzaakt een draaiende
beweging van de omkeerrol om de as. Hierdoor
wordt de afstand, tussen de omkeertrommel en
kant waar de band naar buiten loopt, vergroot.
Deze vergrote afstand zorgt er voor, dat de band
weer naar het midden wordt getrokken en
daardoor beweegt de transport zich voortdurend
om de middenpositie..
De transportband spannen:
De transportband is met een bepaalde
voorspanning in het bandframe opgespannen om
een rustige en gelijkmatige aandrijving te
verkrijgen. Mocht onder bepaalde
omstandigheden de transportband onregelmatig
lopen, dan moet de band aan beide zijden als
volgt worden opgespannen:
1. in de rijrichting gezien (zie pijl) de beide
contramoeren (
Afb. 78
losdraaien.
2. in rijrichting gezien (zie pijl), de beide
moeren (
Afb. 78
/2) gelijkmatig linksom
draaien.
De slag van de zeskant bouten
(
/2) moet aan beide zijden van
Afb. 78
het bandframe even groot zijn. De
beide zeskant bouten (
meer als een ½ slag verdraaien.
Contramoeren aantrekken en
controleren of de band weer
regelmatig wordt aangedreven.
114
/1) hebben de neiging
/5) die door het
Afb. 77
/1), linksom
Afb. 78
/2) niet
Afb. 77
Afb. 78
ZG- B BAG0051.6 02.14