1. Klik in het menu File (Bestand) van uw toepassing op Print
Setup (Printerinstelling) of Print (Afdrukken). Het dialoog-
venster Print (Afdrukken) of Print Setup (Printerinstelling)
verschijnt.
2. Controleer of uw printer is geselecteerd, en klik op Printer,
Setup, Properties (Eigenschappen) of Options (Opties).
(Het kan zijn dat u op twee of meer van deze knoppen moet
klikken.) Het venster Properties (Eigenschappen) verschijnt
met daarin de menu's Paper, Graphics en Device Options.
Deze menu's bevatten de printerdriverinstellingen.
3-4
De printersoftware gebruiken