4. Druk op de LF/FF [D]-knop om het papier naar de voorzijde
van de printer te verplaatsen, of druk op de Load/Eject [U]-
knop om het papier naar de achterzijde van de printer te
verplaatsen. De nieuwe laadpositie wordt vastgelegd op de
positie waar u de knoppen loslaat.
Opmerking:
Als u op de LF/FF [D]-knop drukt, wordt de laadpositie naar
de bovenzijde van de pagina verplaatst wanneer u een vel langs
de voorzijde invoert (vanaf de papiergeleider). Als u op de
LF/FF [D]-knop drukt, wordt de laadpositie naar de onderzijde
van de pagina verplaatst wanneer u een vel langs de achterzijde
invoert (vanaf de invoereenheid of de tractor).
De printer heeft een minimale en een maximale laadpositie.
Als u deze waarden overschrijdt, hoort u een pieptoon en stopt
de printer met het verplaatsen van het papier.
Wanneer het papier de door de fabriek ingestelde laadpositie
bereikt, hoort u een pieptoon en wordt het invoeren van het
papier even onderbroken. Gebruik de fabrieksinstelling als refe-
rentiepunt wanneer u de laadpositie aanpast.
Papierverwerking
2
2-31