10
Klik op de IP-icoon voor een IP-aansluiting of op de
AppleTalk-icoon voor een AppleTalk-aansluiting en
geef vervolgens het IP-adres en de printernaam
op.
OPMERKING:
De AppleTalk-icoon verschijnt niet bij
Mac OS X 10.6.
11
Selecteer de beschikbare opties voor het apparaat
en klik op Ga door.
12
Het geselecteerde apparaat is toegevoegd.
Hiermee is de configuratie van het
printerstuurprogramma voltooid.
2-54
Voorbereiding voor het gebruik