Figuur 75
1. Remkabels
2. Schroeven (2)
2. Draai de 2 schroeven los waarmee de pal van de
parkeerrem is bevestigd aan het frame (Figuur 75).
3. Trap het pedaal van de parkeerrem naar voren totdat
de remvergrendeling de rempal geheel vastgrijpt
(Figuur 75).
4. Draai de 2 schroeven vast om de afstelling te borgen.
5. Trap op het rempedaal om de parkeerrem vrij te
zetten.
6. Controleer de afstelling en stel nogmaals af indien
dit nodig is.
7. Bevestig de remkabels aan het rempedaal met de
R-pennen en de gaffelpennen die u hebt verwijderd.
3. Pal van parkeerrem
4. Remvergrendeling
Onderhoud riemen
De conditie en de spanning van de riem van de
wisselstroomdynamo moeten na de eerste gebruiksdag
worden gecontroleerd en vervolgens om de 100
bedrijfsuren.
Riem van wisselstroomdy-
namo spannen
1. Open de motorkap.
2. Controleer de spanning van de riem door
deze (Figuur 76) midden tussen poelies van de
wisselstroomdynamo en de krukas in te drukken met
een kracht van 10 kg.
1. Beugel
2. Riem van
wisselstroomdynamo
De riem moet een speling van 11 mm hebben Als
de speling niet correct is, gaat u verder met stap 3.
Indien de speling correct is, gaat u verder met uw
werkzaamheden.
3. Draai de bout los waarmee de beugel is bevestigd
aan de motor (Figuur 76), alsmede de bout waarmee
de wisselstroomdynamo is bevestigd aan de beugel
en de ankerbout.
4. Plaats een rolkoevoet tussen de wisselstroomdynamo
en de motor en wrik de wisselstroomdynamo los.
5. Als de juiste spanning is verkregen, draait u de
wisselstroomdynamo, de beugel en de ankerbouten
vast om de afstelling te borgen.
54
Figuur 76
3. Ankerbout