Controle of de interlockschakelaars
functioneren
1. Plaats de machine op een horizontaal vlak, laat
de maaidekken neer, zet de motor af en stel de
parkeerrem in werking.
2. Verwijder het inspectieluik op de zijkant van de
bedieningsarm.
3. Ga naar de kabelboom en de kabelstekker bij het
besturingssysteem (Figuur 47).
Figuur 47
1. Kabelboom en kabelstekkers
4. Trek de kringloopstekker voorzichtig uit de stekker
van de kabelboom.
5. Bevestig de stekker van de Diagnostische ACE aan
de stekker van de kabelboom (Figuur 48).
Opmerking: Controleer of de juiste
overlay-sticker op het display van de Diagnostische
ACE is geplaatst.
Figuur 48
1. Diagnostische ACE
6. Draai het contactsleuteltje op Aan, maar start de
motor niet.
Opmerking: De rode tekst op de overlay-sticker
heeft betrekking op de inputschakelaars en de
groene tekst op de outputs.
7. De LED 'inputs getoond' op de kolom rechtsonder
op de Diagnostische ACE moet oplichten. Als
de LED 'outputs getoond' oplicht, moet u de
tuimelschakelaar op de Diagnostische ACE
indrukken om de LED 'inputs getoond' te laten
oplichten.
De Diagnostische ACE zal de LED laten oplichten
die hoort bij de inputschakelaar die wordt gesloten.
8. Laat elke schakelaar afzonderlijk van de open naar
de gesloten stand gaan (d.w.z. neem plaats op de
stoel, trap het tractiepedaal in, enz.) en controleer
of de juiste LED op de Diagnostische ACE gaat
knipperen als de corresponderende schakelaar
wordt gesloten. Herhaal deze procedure bij elke
schakelaar die met de hand van de open in de
gesloten stand kan worden gezet.
9. Als de schakelaar wordt gesloten zonder dat
de bijbehorende LED gaat branden, moet u
alle kabels en aansluitingen naar de schakelaar
controleren en/of de schakelaar doormeten met een
weerstandsmeter. Vervang beschadigde schakelaars
en repareer kapotte kabels.
Opmerking: De Diagnostische ACE kan ook
ontdekken welke solenoïdes of relais van de outputs
zijn ingeschakeld. Dit is een snelle manier om vast
stellen of het om een storing in het elektrische of het
hydraulische systeem van de machine gaat.
Controle van de outputfunctie
1. Plaats de machine op een horizontaal vlak, laat
de maaidekken neer, zet de motor af en stel de
parkeerrem in werking.
2. Verwijder het inspectieluik op de zijkant van de
bedieningsarm.
3. Ga naar de kabelboom en de kabelstekkers bij het
besturingssysteem.
4. Trek de kringloopstekker voorzichtig uit de stekker
van de kabelboom.
5. Bevestig de stekker van de Diagnostische ACE aan
de stekker van de kabelboom.
Opmerking: Controleer of de juiste
overlay-sticker op de Diagnostische ACE is
geplaatst.
6. Draai het contactsleuteltje op AAN, maar start de
motor niet.
39