4 Montage en installatie
4.6
Vereisten aan het cv-circuit
a
Attentie!
Gevaar voor temperatuurdaling onder
het dauwpunt en condensvorming!
Alle buizen van het cv-circuit moeten
dampdiffusiedicht zijn geïsoleerd.
Verwarmingen door middel van radiato-
ren zijn niet geschikt voor het gebruik
met een Vaillant warmtepomp
geoTHERM exclusiv.
a
Attentie!
Gevaar voor temperatuurdaling onder
het dauwpunt en condensvorming!
De cv-aanvoertemperatuur mag in het
koelbedrijf niet te laag worden ingesteld.
Ook bij een aanvoertemperatuur van
20 °C is gegarandeerd dat de koelfunctie
voldoende is.
De warmtepomp is alleen voor de aansluiting op een ge-
sloten cv-installatie geschikt. Om een storingsvrije wer-
king te garanderen, moet de cv-installatie door erkende
installateurs in overeenstemming met de betreffende
voorschriften worden aangelegd.
Een warmtepomp is aan te raden voor lagetemperatuur-
verwarmingssystemen. Daarom moet de installatie voor
lage aanvoertemperaturen (bij voorkeur ca. 30 - 35 °C)
zijn gecontrueerd. Daarnaast moet gegarandeerd zijn
dat wachttijden van de exploitant van het elektriciteits-
net worden overbrugd.
Voor de installatie van het verwarmingssysteem wordt
in EN 12828 het volgende geëist:
– een vulventiel om het verwarmingssysteem met water
te vullen of water te kunnen aflaten,
– een membraan-expansievat in de retourleiding van
het cv-circuit,
– een overdrukventiel (openingsdruk 3 bar) met mano-
meter (veiligheidsgroep) in de aanvoerleiding van het
cv-circuit, direct achter het toestel,
– een lucht-/vuilafscheider in de retourleiding van het
cv-circuit.
Om energieverlies te voorkomen en ter bescherming
tegen bevriezen, moeten alle aansluitleidingen van
warmte-isolatie zijn voorzien.
De leidingen moeten vrij van vervuiling zijn, evt. leidin-
gen voor het vullen grondig doorspoelen.
16
a
Attentie!
Gevaar voor beschadiging!
Voeg geen antivries of anticorrosiemid-
delen aan het cv-water toe, omdat hier-
door pakkingen en andere onderdelen
kunnen worden beschadigd en er
daardoor water naar buiten kan komen.
Bij hydraulische installaties die overwegend met ther-
mostatisch of elektrisch geregelde ventielen zijn uitge-
rust, moet een permanente, voldoende doorstroming
van de warmtepomp zijn gewaarborgd. Onafhankelijk
van de keuze van het verwarmingssysteem moet de no-
minale volumestroom aan cv-water zijn gewaarborgd.
Installatiehandleiding geoTHERM exclusiv VWS