De Enable-ingang moet continu actief zijn om elk start-
rechts- of start-links-commando te kunnen accepteren. Als
beide RunR- en RunL-ingangen actief zijn, stopt de FO in
overeenstemming met de gekozen stopmodus. Fig. 38 geeft
een voorbeeld van een mogelijke volgorde.
INGANGEN
ENABLE
STOP
RUN R
RUN L
UITGANGS-
STATUS
Rotatie
rechtsom
Rotatie
linksom
Stilstand
Fig. 38 Ingangs- en uitgangsstatus voor niveausturing
Run-ingangen flankgestuurd
Menu [21A] startsignaal Niveau/Flank moet op Flank
worden ingesteld om flanksturing te activeren. Dit betekent
dat een ingang wordt geactiveerd door een overgang van
"laag" naar "hoog" of andersom.
LET OP: Flankgestuurde ingangen zijn conform de
Machinerichtlijn (zie hoofdstuk EMC- en
machinerichtlijn) als de ingangen rechtstreeks gebruikt
worden om de machine te starten en te stoppen.
Zie Fig. 37. De Enable- en Stop-ingang moet continu actief
zijn om elk start-rechts- of start-links-commando te kunnen
accepteren. De laatste flank (RunR of RunL) geldt. Fig. 39
toont een voorbeeld van een mogelijke volgorde.
Emotron AB 01-3694-03r2
INGANGEN
ENABLE
STOP
RUN R
RUN L
UITGANGS-
STATUS
Rotatie
rechtsom
Rotatie
linksom
Stilstand
Fig. 39 Ingangs- en uitgangsstatus voor flanksturing.
7.3
(06-F103new_1)
Voor optimale prestaties van uw FO/motor-combinatie
moet de FO de elektrische parameters (weerstand van
statorwikkeling enz.) van de aangesloten motor meten.
Aanbevolen wordt om de uitgebreide identificatierun te
gebruiken voordat de motor in de toepassing wordt
geïnstalleerd.
Als dit niet mogelijk is, moet de korte Motor ID-
Runworden gebruikt.
Uitvoeren van een Motor
ID-Run
WAARSCHUWING: Tijdens de uitgebreide
Motor ID-Run zal de motor roteren. Neem
veiligheidsmaatregelen om onvoorziene
gevaarlijke situaties te vermijden.
Hoofdfuncties
(06-F94new_1)
37