11.6 I/O's en virtuele verbindin-
gen [500]
Hoofdmenu met alle instellingen van de standaardingangen
en -uitgangen van de FO.
11.6.1 Analoge ingangen [510]
Submenu met alle instellingen voor de analoge ingangen.
AnIn1-functie [511]
Stelt de functie in voor Analoge ingang 1. Schaal en bereik
worden bepaald door AnIn1 Geavanceerde instellingen
[513].
511 AnIn1 Funct
A
Stp
Standaard:
Proces Ref
Uit
0
Ingang is niet actief
Max
De ingang fungeert als bovenlimiet voor
1
Toeren
het toerental.
Max
De ingang fungeert als bovenlimiet voor
2
Koppel
het koppel.
De ingangswaarde komt overeen met de
actuele proceswaarde (feedback) en wordt
ProcesWaa
door de PID-regelaar vergeleken met het
3
rde
referentiesignaal (setpoint) of kan worden
gebruikt om de actuele proceswaarde weer
te geven en te bekijken.
Referentiewaarde wordt ingesteld voor
Proces Ref 4
regeling in proceseenheden, zie
Procesbron [321] en Proceseenheid [322].
Communicatie-informatie
Modbus-instancenr./DeviceNet-nr.: 43201
Profibus-positie/index
Veldbusformaat
Modbus-formaat
LET OP: Als AnInX Funct=Uit, is het aangesloten signaal
nog altijd beschikbaar voor Comparators [610].
Analoge ingangen optellen
Als er meer dan één analoge ingang wordt ingesteld voor
dezelfde functie, kunnen de waarden van de ingangen bij
elkaar op worden geteld. Bij de volgende voorbeelden gaan
we ervan uit dat Procesbron [321] is ingesteld op Toerental.
Voorbeeld 1: Signalen optellen met verschillende weging
(fijninstelling).
Signaal op AnIn1 = 10 mA
Signaal op AnIn2 = 5 mA
112
Functiebeschrijving
Proces Ref
169/105
UInt
UInt
[511] AnIn1 Funct = Proces Ref.
[512] AnIn1 Setup = 4-20 mA
[5134] AnIn1 FcMin = Min (0 rpm)
[5136] AnIn1 Fc Max = Max (1500 rpm)
[5138] AnIn1 Oper = Add+
[514] AnIn2 Fc = Proces Ref.
[515] AnIn2 Setup = 4-20 mA
[5164] AnIn2 FcMin = Min (0 rpm)
[5166] AnIn2 FcMax = Eigen def.
[5167] AnIn2 WaMax = 300 rpm
[5168] AnIn2 Oper = Add+
Berekening:
AnIn1 = (10-4) / (20-4) x (1500-0) + 0 = 562.5 rpm
AnIn2 = (5-4) / (20-4) x (300-0) + 0 = 18.75 rpm
De actuele procesreferentie wordt dan:
+562.5 + 18.75 = 581 rpm
Aftrekken van analoge ingangen
Voorbeeld 2: Twee signalen aftrekken
Signaal op AnIn1 = 8 V
Signaal op AnIn2 = 4 V
[511] AnIn1 Funct = Proces Ref.
[512] AnIn1 Setup = 0-10 V
[5134] AnIn1 FcMin = Min (0 rpm)
[5136] AnIn1 FcMax = Max (1500 rpm)
[5138] AnIn1 Oper = Add+
[514] AnIn2 Funct = Proces Ref.
[515] AnIn2 Setup = 0-10 V
[5164] AnIn2 FcMin = Min (0 rpm)
[5166] AnIn2 FcMax = Max (1500 rpm)
[5168] AnIn2 Oper = Sub-
Berekening:
AnIn1 = (8-0) / (10-0) x (1500-0) + 0 = 1200 rpm
AnIn2 = (4-0) / (10-0) x (1500-0) + 0 = 600 rpm
De actuele procesreferentie wordt dan:
+1200 - 600 = 600 rpm
AnIn1 Setup [512]
De instelling van de analoge ingang wordt gebruikt om de
analoge ingang te configureren in overeenstemming met het
gebruikte signaal dat op de analoge ingang wordt
aangesloten. Met deze keuze kan de ingang worden
aangewezen als stroomgeregelde (4-20 mA) of
spanningsgeregelde (0-10 V) ingang. Er zijn andere keuzes
beschikbaar voor het gebruik van een drempel (live zero),
een bipolaire ingangsfunctie of een door de gebruiker
gedefinieerd ingangsbereik. Een referentiesignaal met
bipolaire ingang maakt het mogelijk om de motor in twee
richtingen aan te sturen. Zie Fig. 97.
Emotron AB 01-3694-03r2