Configureren en afdrukken
TCP/IP
Stap 1: Het IP-adres, het netmasker en de gateway instellen
U moet een IP-adres, netmasker en gateway aan de printerserver toewijzen zodat andere
netwerkapparaten de printerserver binnen het netwerk kunnen vinden.
•
Als u DHCP hebt, worden de juiste adressen automatisch toegewezen. Als u de toekenning
wilt controleren, drukt u een pagina met netwerkinstellingen af en kijkt u of het IP-adres, het
netmasker en de gateway een andere waarde hebben dan nul.
•
Als u geen DHCP hebt, kunt u het adres op andere manieren handmatig toekennen,
bijvoorbeeld via statisch ARP en telnet of met een installatiehulpprogramma.
DHCP
Met deze methode worden het IP-adres, het netmasker, de gateway, de hostnaam en de WINS-server
automatisch ingesteld met behulp van een DHCP-server (Dynamic Host Configuration Protocol). De
DHCP-server of een forwarding agent moet zijn verbonden met het IP-subnet waarmee de
printerserver is verbonden. Controleer of het bereik voor het subnet is gedefinieerd op de DHCP-
server.
Zorg ervoor dat de DHCP-server over de volgende opties beschikt:
001 Netmask
003 Router
044 WINS/NBNS Server
Als u een WINS-server gebruikt, stuurt u de opdracht telnet naar poort 9000 om de hostnaam van de
printerserver in te stellen.
Print Server TCP/IP Setup Utility
Met Print Server TCP/IP Setup Utility, het TCP/IP-installatiehulpprogramma van de printerserver, kunt
u op eenvoudige wijze het IP-adres en overige belangrijke IP-parameters van een printerserver
instellen. U kunt met deze methode een of meerdere printerservers op afstand instellen.
Vereisten
U moet de Print Server TCP/IP Setup Utility uitvoeren op een Windows 95/98/Me-, Windows NT 4.0- of
Windows 2000-werkstation.
Bovendien moeten het werkstation en de printerserver zich op hetzelfde fysieke subnet bevinden. De
Print Server TCP/IP Setup Utility kan dus geen routers, bridges en dergelijke overbruggen.
Netmasker voor IP-subnet
IP-adres van router (bijvoorbeeld 9.10.8.250)
IP-adres van WINS-server
93